Bijbelteksten over 'Eigenlijk'

«»

• Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie ontvangt, die Ik zend, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft.
  Johannes 13:20vriendelijkheidJezusgemeenschap
• Wee hem die met zijn Formeerder twist, een scherf onder aarden scherven. Zal ook het leem tot zijn vormer zeggen: Wat maakt gij? of uw werk: Hij heeft geen handen?
  Jesaja 45:9scheppingnederigheidbegrijpen
• Wie haat verbergt, is een leugenlip;
  wie laster verbreidt, is een dwaas.
  Spreuken 10:18sprekenroddelenliegen
• Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
  Galaten 5:14wetliefdenaaste
• Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.
  2 Korintiërs 6:10verdrietvreugdegeld
• Daarom brengt gij toch ook belastingen op; want zij zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten.
  Romeinen 13:6eerlijkheidgeldhebzucht
• Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén.
  1 Korintiërs 8:4afgodenvoedsel
• Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.
  2 Korintiërs 5:14-15liefdelevenopstanding
• God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden –.
  Efeziërs 2:4-5barmhartigheidliefdeJezus
• En Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot.
  Lucas 9:48nederigheidJezus
• Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn?
  Romeinen 6:3Jezusdopen
• Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.
  Galaten 5:22-23wetGeestzegen
• Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
  1 Korintiërs 7:2begeertehuwelijkrelaties
• Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.
  Romeinen 6:5-6zondeopstandingverslaving
• Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één.
  Galaten 3:20bemiddelaar
• Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
  Efeziërs 5:28relatieshuwelijklichaam
• Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
  Matteüs 6:34levenpiekerenafhankelijkheid
• Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam.
  1 Korintiërs 6:18seksualiteitlichaamzonde
• Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg;
  maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk.
  Spreuken 13:11geldhebzuchtwerken
• Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?
  Matteüs 7:3zondeveroordeling
• Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.
  Romeinen 14:5gehoorzaamheidwijsheidnaaste
• Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
  Efeziërs 5:33huwelijkrelaties
• Vertrouw op de Here met uw ganse hart
  en steun op uw eigen inzicht niet.
  Ken Hem in al uw wegen,
  dan zal Hij uw paden recht maken.
  Spreuken 3:5-6vertrouwenafhankelijkheidhart
• Wees niet wijs in eigen ogen,
  vrees de Here en wijk van het kwaad;
  het zal medicijn wezen voor uw vlees,
  en lafenis voor uw gebeente.
  Spreuken 3:7-8ontzagzegenkwaad
• Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?
  Romeinen 8:32offerVaderontvangen