Vrienden, ik wil jullie vertellen wat er gebeurt met de doden. Mensen zijn verdrietig als er iemand sterft. Maar wij geloven dat Jezus gestorven is en uit de dood is opgestaan. En dus geloven we ook dat God alle gestorven christenen bij zich zal halen. Daarom hoeven jullie niet verdrietig te zijn als er iemand van jullie sterft.
Jezus zei: ‘Dat is goed. Je bent beter geworden dankzij je geloof.’ Op datzelfde moment kon de man weer zien. Hij ging met Jezus mee, op weg naar Jeruzalem.
In het huis waren ook de vrouwen die met Jezus meegegaan waren naar Jeruzalem. En ook Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers waren er. Ze waren voortdurend aan het bidden, samen met de apostelen.
We zijn al gered, ook al zien we dat nu nog niet. Toch vertrouwen we erop dat God ons de eeuwige redding zal geven. Als we het nu al konden zien, dan hoefden we er niet op te vertrouwen. Maar door vol te houden in deze moeilijke tijd, laten we zien dat we echt op God vertrouwen.
Daarom zeg ik nog een keer: Je moet sterk en dapper zijn. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Want ik ben je God. Ik ben altijd bij je, waar je ook heen gaat.