Bijbelteksten over 'Nergens'
- Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
- Maar bovenal, broeders en zusters, zweer geen enkele eed, niet bij de hemel, niet bij de aarde, nergens bij. Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee, anders zult u veroordeeld worden.
- Wie buiten U heb ik in de hemel?
Naast U wens ik geen ander op aarde. - U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.
- Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg,
wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. - Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.
- God, u bent mijn God, u zoek ik,
naar u smacht mijn ziel,
naar u hunkert mijn lichaam
in een dor en dorstig land, zonder water. - Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want U bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed. - Maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding.
- Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.
- Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.
- Ik hecht echter geen enkele waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: getuigen van het evangelie van Gods genade.
- Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?
- Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’