God heeft ons zijn Geest gegeven. Niet om bange mensen van ons te maken, maar moedige mensen, vol liefde en geduld. | God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. |
Dat zal zeker gebeuren, want God heeft ons zijn heilige Geest nu al gegeven. | Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is. |
Laat hij ons steeds weer gelukkig maken. Dan zal iedereen hem eren, iedereen, op de hele aarde. | Moge God ons zegenen opdat de einden der aarde ontzag hebben voor Hem. |
En leef met elkaar in liefde. Zo leefde Christus ook. Hij hield van ons, en hij is voor ons gestorven. Hij gaf zijn leven als offer, en dat was een geschenk dat God graag aannam. | En ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God. |
Heer, help ons en red ons. Heer, maak ons gelukkig! Wij bidden om vrede en geluk voor alle mensen die naar de tempel komen omdat ze vertrouwen op de Heer. | Ach HEER, red ons toch, HEER, geef ons voorspoed. Gezegend wie komt in de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. |
Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons vergeven. Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden. Want God is trouw en rechtvaardig. | Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. |
Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft. | Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem. Dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest die Hij ons heeft gegeven. |
God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. | Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken? |
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. | Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat Hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus. |
Uit de heilige boeken kennen we dus veel mensen met een groot geloof. We moeten hun voorbeeld volgen en de zonde achter ons laten. Want die zonde zorgt er steeds weer voor dat we ons geloof willen opgeven. Maar we moeten juist aan ons geloof blijven vasthouden. | Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij elke last van ons afwerpen, evenals de zonde waarin we steeds weer verstrikt raken, en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. |
Als we ons houden aan de wetten van de Heer, onze God, zal hij vinden dat we goed leven. | Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals Hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend. |
Vrienden, als we ons niet langer schuldig voelen, kunnen we vol vertrouwen bij God komen. Dan krijgen we van hem alles wat we vragen, omdat we ons houden aan zijn regels en doen wat hij graag wil. | Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil. |
Vrienden, omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij van elkaar houden. | Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. |
De heilige Geest steunt ons als we het moeilijk hebben. Wij weten niet welke bedoeling God heeft met ons lijden. En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de heilige Geest zelf bidt voor ons, beter dan een mens het ooit zou kunnen. Zo smeekt hij God om ons te helpen. | En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. |
We vastten allemaal, en we vroegen hulp aan onze God. En hij heeft ons inderdaad geholpen. | Daarom vastten wij en vroegen onze God om hulp, en Hij verhoorde ons. |
Maar hoe zwaar het ook wordt, we zullen alle moeilijkheden overwinnen. Want God houdt van ons. | Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij Hem die ons zijn liefde heeft bewezen. |
Maar onze Heer Jezus Christus zal voor ons de dood overwinnen. Laten we God daarvoor danken! | Maar laten we God danken, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus. |
We weten dus dat God naar ons luistert als we hem iets vragen. We hebben God gevraagd om ons het eeuwige leven te geven. En we kunnen er dus zeker van zijn dat hij ons dat gegeven heeft. | En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. |
Hij doet onze schuld ver weg, zo ver als het westen is van het oosten. Want zijn liefde voor ons is groot, zo groot als de hele wereld. | Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd. |
Hij redde ons allemaal uit de macht van het kwaad. En hij bracht ons in de nieuwe wereld van zijn Zoon Christus, van wie hij zo veel houdt. Omdat we bij Christus horen, zijn we gered en zijn onze zonden vergeven. | Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden. |
Dit is wat God gezegd heeft: God wil ons het eeuwige leven geven, en we krijgen dat eeuwige leven door zijn Zoon. | Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon. |
Heer, u bent onze vader, u hebt ons gemaakt! U hebt ons gevormd, zoals een pottenbakker iets moois vormt uit klei. | Toch, HEER, bent U onze vader, wij zijn de klei, door U gevormd, wij zijn het werk van uw handen. |
Bovendien heeft de wet niets meer over ons te zeggen. Want Christus is voor ons gestorven aan het kruis. En met hem is ons oude ik gestorven. We zijn nieuwe mensen geworden. Christus, de Zoon van God, houdt van ons en leeft in ons. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de wet, maar door God! | Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven. |
God heeft ons niet zijn Geest gegeven om weer bange slaven van ons te maken. Nee, God heeft ons zijn Geest gegeven om van ons zijn kinderen te maken. En als Gods kinderen bidden wij: ‘Abba, Vader!’ | U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. |
Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. | Wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken. |
Gerelateerde onderwerpen
Liefde
Liefde is: geduldig en...
Geest
En de heilige Geest...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
God
De Heer, jullie God...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Overwinnen
Ik heb jullie al...