Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst. | Welzalig ieder die de Here vreest, die in zijn wegen wandelt. |
Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven, wiens zonden worden bedekt. | Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. |
Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER. | Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. |
Gelukkig de mens die wijsheid ontdekt, de mens die inzicht wint. | Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt. |
Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. | Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. |
Gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. | Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken. |
Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. | Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. |
Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de zijne. | Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. |
Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd; wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af! | Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. |
Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. | Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. |
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. | Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. |
En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht. | Daarom verlangt de Here ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de Here is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten. |
U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht. | Hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis. |