Bijbelteksten over 'Zoeken'
Dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart. | Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. |
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. | De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. |
Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken. | Gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. |
Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen, want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here. | Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen, U verlaat niet wie U zoeken, HEER. |
En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. | Maar ten slotte zult u de HEER, uw God, weer zoeken, en Hem ook vinden, als u Hem met hart en ziel zoekt. |
Jonge leeuwen lijden ontbering en honger, maar wie de Here zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. | Jonge leeuwen lopen hongerig rond, wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets. |
Maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. | Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken. |
En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen. | En wanneer dan mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en breekt met zijn kwalijke praktijken, dan zal Ik luisteren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen. |
Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen. | Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. |
Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. | Neig mijn hart naar uw richtlijnen en niet naar winstbejag. |
Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is. | Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. |
Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Jezus zoekt gij, de Nazarener, de gekruisigde. Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. | Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd.’ |
Want zo zegt de Here tot het huis Israëls: Zoekt Mij en leeft. | Dit zegt de HEER tegen Israël: Zoek Mij en leef! |
Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. | Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. |
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet en wijk niet af van de woorden mijns monds. | Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. |
Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. | Elk woord van God is getoetst, Hij is een schild voor wie bij Hem hun toevlucht zoeken. |
Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing. | Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. |
De Here is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen. | De HEER is goed, een vesting in tijden van nood, Hij kent wie bij Hem schuilen. |
Doch de engel antwoordde en zeide tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heeft. | De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, Hij is immers uit de dood opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kijk, dit is de plaats waar Hij gelegen heeft.’ |
Hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat Gij bereid hebt voor wie bij U schuilen ten aanschouwen van de mensenkinderen. | Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien. |
Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik. | Al vragen zij niet naar Mij, toch laat Ik me raadplegen, en al zoeken ze Mij niet, toch laat Ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord Ik: ‘Hier ben Ik, hier ben Ik.’ |
Want Hij weet, hoe mijn wandel is; toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn. Mijn voet bleef vast in zijn spoor, ik hield zijn weg zonder af te buigen. | Maar Hij kent de wegen die ik kies; als Hij me toetste, zou ik puur als goud zijn. Ik ben in zijn spoor getreden, zonder af te buigen volgde ik zijn weg. |
De Here is met u, zolang gij met Hem zijt; indien gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden; maar indien gij Hem verlaat, zal Hij u verlaten. | De HEER staat aan uw kant zolang u aan zijn kant staat. Als u hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden, maar als u zich van hem afwendt, zal hij zich van u afwenden. |
Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. | Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, Hem te ontmoeten in zijn tempel. |
Want: wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na. | Immers: ‘Wie het leven liefheeft en goede jaren wil genieten, laat hij zijn tong behoeden voor het kwaad en zijn lippen voor woorden van bedrog, laat hij het kwaad mijden en doen wat goed is, laat hij naar vrede streven en die najagen.’ |
Bijbeltekst van de dag
Here, red mij van de leugenlippen,van de bedrieglijke tong.