Bijbelteksten over Dienen
Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat de inspanningen die u voor de Heer verricht, nooit tevergeefs zijn. | Therefore, my beloved brethren, be ye stedfast, unmoveable, always abounding in the work of the Lord, forasmuch as ye know that your labour is not in vain in the Lord. |
Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. | Not slothful in business; fervent in spirit; serving the Lord. |
Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden. | If any man serve me, let him follow me; and where I am, there shall also my servant be: if any man serve me, him will my Father honour. |
Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal zijn en ieders dienaar.’ | And he sat down, and called the twelve, and saith unto them, If any man desire to be first, the same shall be last of all, and servant of all. |
Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen. | For even the Son of man came not to be ministered unto, but to minister, and to give his life a ransom for many. |
Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” | His lord said unto him, Well done, thou good and faithful servant: thou hast been faithful over a few things, I will make thee ruler over many things: enter thou into the joy of thy lord. |
Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan. | Ye shall walk after the Lord your God, and fear him, and keep his commandments, and obey his voice, and ye shall serve him, and cleave unto him. |
Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. | For we are labourers together with God: ye are God's husbandry, ye are God's building. |
Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde. | For, brethren, ye have been called unto liberty; only use not liberty for an occasion to the flesh, but by love serve one another. |
Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan. | And now, Israel, what doth the Lord thy God require of thee, but to fear the Lord thy God, to walk in all his ways, and to love him, and to serve the Lord thy God with all thy heart and with all thy soul, To keep the commandments of the Lord, and his statutes, which I command thee this day for thy good? |
Alles wat de Schrift zegt is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een rechtschapen leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust. | All scripture is given by inspiration of God, and is profitable for doctrine, for reproof, for correction, for instruction in righteousness: That the man of God may be perfect, thoroughly furnished unto all good works. |
Zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen. | Even as the Son of man came not to be ministered unto, but to minister, and to give his life a ransom for many. |
Wie de HEER welgevallig is, mag zijn weg gaan met vaste tred. | The steps of a good man are ordered by the Lord: and he delighteth in his way. |
Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn. | But it shall not be so among you: but whosoever will be great among you, let him be your minister; And whosoever will be chief among you, let him be your servant. |
Want God is rechtvaardig: Hij vergeet niet wat u hebt gedaan, hoeveel liefde u aan zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de heiligen. | For God is not unrighteous to forget your work and labour of love, which ye have shewed toward his name, in that ye have ministered to the saints, and do minister. |
Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. | If I then, your Lord and Master, have washed your feet; ye also ought to wash one another's feet. |
Als u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. Ikzelf en mijn familie zullen de HEER dienen. | And if it seem evil unto you to serve the Lord, choose you this day whom ye will serve; whether the gods which your fathers served that were on the other side of the flood, or the gods of the Amorites, in whose land ye dwell: but as for me and my house, we will serve the Lord. |
Maar houd u altijd aan de geboden die hij u in zijn onderricht gegeven heeft: heb de HEER, uw God, lief en volg de weg die Hij u wijst, leef zijn geboden na, wees Hem toegedaan en dien Hem met hart en ziel. | But take diligent heed to do the commandment and the law, which Moses the servant of the Lord charged you, to love the Lord your God, and to walk in all his ways, and to keep his commandments, and to cleave unto him, and to serve him with all your heart and with all your soul. |
Dus: heb ontzag voor de HEER en dien Hem oprecht, met heel uw hart. U hebt immers zelf ervaren welke grootse daden Hij voor u heeft verricht. | Only fear the Lord, and serve him in truth with all your heart: for consider how great things he hath done for you. |
Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. | No man can serve two masters: for either he will hate the one, and love the other; or else he will hold to the one, and despise the other. Ye cannot serve God and mammon. |
Handel als vrije mensen, maar ook als dienaren van God, want u moet u niet achter uw vrijheid verschuilen om u te misdragen. | As free, and not using your liberty for a cloke of maliciousness, but as the servants of God. |
De HEER redt het leven van zijn dienaren, nooit zal boeten wie schuilt bij Hem. | The Lord redeemeth the soul of his servants: and none of them that trust in him shall be desolate. |
Hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? | How much more shall the blood of Christ, who through the eternal Spirit offered himself without spot to God, purge your conscience from dead works to serve the living God? |
Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. | Neither yield ye your members as instruments of unrighteousness unto sin: but yield yourselves unto God, as those that are alive from the dead, and your members as instruments of righteousness unto God. |
Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. | Verily, verily, I say unto you, The servant is not greater than his lord; neither he that is sent greater than he that sent him. |
Bijbeltekst van de dag
Bevrijd mijn ziel, HEER,van lippen die liegen,
van de tong die bedriegt.
Willekeurige Bijbeltekst
Al zal de vijgenboom niet bloeien,al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt.Volgende tekst!Met afbeelding