En de menigte van hen die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was, maar alles hadden zij gemeenschappelijk.

De groep van gelovigen was een eenheid. Ze waren het over alles met elkaar eens. Niemand wilde zijn bezit alleen voor zichzelf houden. In plaats daarvan deelden ze alles wat ze hadden.
En de menigte van hen, die tot het geloof gekomen waren, was één van hart en ziel, en ook niet één zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijn persoonlijk eigendom was, doch zij hadden alles gemeenschappelijk.
De mensen die in Jezus gingen geloven, waren één van hart en ziel. En niemand zei dat iets alleen van hemzelf was. Iedereen deelde alles met de anderen.
Gerelateerde onderwerpen
Materialisme
Want wij hebben niets...
Gemeenschap
En laten wij op...
Liefde
De liefde is geduldig...
Hoop
Ik immers, Ik ken...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Familie
Deze woorden, die ik...
Bijbeltekst van de dag
Let op de raven: zij zaaien niet en maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer en geen schuur, en God voedt hen. Hoever gaat u de vogels te boven?Willekeurige Bijbeltekst
Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals het behoort in de Heere.Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet verbitterd tegen haar.Volgende tekst!Met afbeelding