Bijbelteksten over Roddelen
Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. | A froward man soweth strife: and a whisperer separateth chief friends. |
Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt. | He that walketh uprightly, and worketh righteousness, and speaketh the truth in his heart. He that backbiteth not with his tongue, nor doeth evil to his neighbour, nor taketh up a reproach against his neighbour. |
Wie met laster omgaat, verraadt geheimen; maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen. | A talebearer revealeth secrets: but he that is of a faithful spirit concealeth the matter. |
Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. | Let no corrupt communication proceed out of your mouth, but that which is good to the use of edifying, that it may minister grace unto the hearers. |
Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | An hypocrite with his mouth destroyeth his neighbour: but through knowledge shall the just be delivered. |
Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas. | He that hideth hatred with lying lips, and he that uttereth a slander, is a fool. |
Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. | Blessed are ye, when men shall revile you, and persecute you, and shall say all manner of evil against you falsely, for my sake. |
Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven. | Know ye not that the unrighteous shall not inherit the kingdom of God? Be not deceived: neither fornicators, nor idolaters, nor adulterers, nor effeminate, nor abusers of themselves with mankind, Nor thieves, nor covetous, nor drunkards, nor revilers, nor extortioners, shall inherit the kingdom of God. |
Bewaar uw tong voor het kwade en uw lippen voor het spreken van bedrog. | Keep thy tongue from evil, and thy lips from speaking guile. |
Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. | A wholesome tongue is a tree of life: but perverseness therein is a breach in the spirit. |
Bijbeltekst van de dag
Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen:De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen;
wat zou een mens mij doen?