En gebruik bij het bidden niet heel veel woorden door steeds hetzelfde te zeggen, zoals de andere volken doen. Want zij denken dat als ze hun woorden maar steeds herhalen, hun goden zullen doen wat ze van hen vragen. | Als je bidt, moet je niet steeds maar door blijven praten. Dat doen de mensen die andere goden vereren. Ze denken: Hoe meer ik praat, hoe beter mijn god luistert! |
Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam. | Vriendelijke woorden geven mensen kracht, net zoals zoete honing mensen sterk maakt. |
Prijs de Heer, aanbid Hem! Vertel de volken over wat Hij heeft gedaan. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren. | Zo gaat het ook met de woorden die uit mijn mond komen. Ze komen pas weer bij mij terug als ze hun doel bereikt hebben. Mijn woorden komen pas terug als ze ook daden geworden zijn. |
Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. | Heer, luister naar de woorden van dit lied. Het is mijn geschenk aan u. Bij u ben ik veilig, u bent mijn redder. |
Dwaze mensen proberen niet om wijze dingen te zeggen. Ze zeggen gewoon alles wat er in hen opkomt. | Dwaze mensen willen niet wijs worden. Ze willen alleen hun eigen mening geven. |
Heer, red mij van de mensen die leugens over me rondvertellen. | Heer, bescherm mij tegen mijn vijanden, bevrijd mij van bedriegers en leugenaars! |
De woorden van een slecht mens storten andere mensen in het ongeluk. Maar goede mensen worden door hun wijsheid gered. | Slechte mensen maken anderen kapot door hun geroddel, maar goede mensen worden beschermd door hun wijsheid. |
De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. | Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. |
Als je hard werkt, levert dat altijd iets op. Maar als je alleen mooie praatjes hebt, word je arm. | Als je hard werkt, heb je daar voordeel van, maar als je alleen maar praat, blijf je arm. |
Iemand die zich zorgen maakt, wordt treurig. Maar van een vriendelijk woord wordt een mens blij. | Ellende maakt mensen verdrietig, maar vriendelijke woorden maken hen gelukkig. |
Stel dat ik de talen van de mensen en van de engelen kon spreken. Maar als ik dat zonder liefde deed, was het alleen maar lawaai. | Als je geen liefde hebt voor anderen, zijn je woorden zinloos. Zelfs al laat de heilige Geest je alle talen van de wereld spreken, en ook nog de taal van de engelen. |
Zorg er dan voor dat je geen verkeerde dingen zegt. Vertel geen leugens. | Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. |
Een goed mens weet wat goed is om te zeggen. Maar een slecht mens spreekt alleen leugens en bedrog. | Goede mensen zeggen altijd de juiste dingen, maar slechte mensen vertellen alleen maar leugens. |
En alles wat jullie zeggen en doen, moeten jullie doen namens de Heer Jezus. Dank ook God de Vader door Hem. | Bedenk bij alles wat jullie doen en zeggen, dat jullie bij de Heer Jezus horen. En vraag hem steeds om God, de Vader, te danken namens jullie. |
Als je jezelf heel gelovig vindt, maar intussen zegt en doet wat je maar wil, dan houd je jezelf voor de gek. Want dan is je geloof waardeloos. | Stel dat iemand denkt dat hij God dient. Maar hij kan zich niet beheersen, hij zegt lelijke dingen. Dan houdt hij zichzelf voor de gek. Want dan dient hij God helemaal niet. |
Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. | Als je rustig blijft bij een ruzie, krijg je waardering, maar als je gaat schreeuwen, ben je een dwaas. |
Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt en dat er geen leugen over je lippen komt. | Vertel geen leugens, en bedrieg andere mensen niet. |
U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. | Voordat ik mijn mond opendoe, weet u al wat ik wil zeggen. |
Als je verbergt dat je iemand eigenlijk niet mag, ben je schijnheilig. Als je slechte dingen over andere mensen rondvertelt, ben je een dwaas. | Als je roddelt over anderen, ben je schijnheilig. Als je iemand beledigt, ben je een dwaas. |
Het past niet bij een dwaas mens om wijze dingen te zeggen. Nog minder past het bij een oprecht mens om te liegen. | Het is vreemd als dwaze mensen mooie woorden spreken, maar het is nog vreemder als goede mensen liegen. |
De woorden van een goed mens zijn als zuiver zilver. Maar de gedachten van een slecht mens zijn weinig waard. | De woorden van goede mensen zijn net zo kostbaar als zilver, maar de gedachten van slechte mensen zijn niets waard. |
De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. | De Heer heeft de hemel gemaakt. De sterren zijn er omdat hij heeft gesproken. |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Blijf niet zwijgen, geef een rechtvaardig oordeel, help arme mensen, help mensen die het moeilijk hebben. |
Eerst zweeg ik tegen God over de dingen die ik verkeerd had gedaan. Maar ik kon er niet meer tegen. De hele dag schreeuwde ik het uit. | Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. |