Op God, wiens woord ik prijs, op God vertrouw ik, angst ken ik niet, wat kan een sterveling mij aandoen? | Op u vertrouw ik, God. Ik wil voor u zingen, want u hebt beloofd om mij te helpen. Op u vertrouw ik. Ik zal niet bang zijn, want mensen kunnen mij geen kwaad doen. |
Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet. | Ik wil doen wat u van mij wilt, uw wet staat in mijn hart geschreven. |
Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. | Help me om altijd eerlijk te zijn, en geef me precies wat ik nodig heb. Ik wil niet arm zijn, maar ook niet rijk. |
Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de erekrans van de gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien. | Ik heb gevochten voor het ware geloof. Ik heb de opdracht die ik van God gekregen heb, helemaal uitgevoerd. En ik heb mijn geloof niet verloren. Het enige waar ik nog op wacht, is het eeuwige leven. Dat zal de Heer mij als beloning geven op de dag dat hij komt als rechtvaardige rechter. Dan geeft hij het eeuwige leven niet alleen aan mij, maar aan alle mensen die naar zijn komst verlangd hebben. |
Jezus zei: ‘Ik zal nog een korte tijd bij u zijn, dan ga Ik naar Hem die Mij gezonden heeft.’ | Jezus zei: ‘Ik zal nog maar een korte tijd bij jullie zijn. Daarna ga ik terug naar degene die mij gestuurd heeft.’ |
Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God, die mij ziet en redt. | Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. |
De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. | Ik heb de Heer lief, want hij luistert naar mij. Als ik om hulp roep, geeft hij mij antwoord. Ik blijf tot hem bidden, mijn leven lang. |
“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift. | Want dit zeggen de heilige boeken over mensen die in mij geloven: «Ze zullen altijd vol levend water zijn.» |
Als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. | Jullie moeten dus met mij verbonden blijven, en naar mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. |
Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ | Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ |
Want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef – zegt de Heer –, voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ | In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» |
Keer terug naar mij, dan zal ik naar jullie terugkeren – zegt de HEER van de hemelse machten. | Maar nu moet jij namens mij tegen het volk zeggen: ‘Ik ben de machtige Heer. Jullie moeten weer gaan leven zoals ik het wil. Dan zal ik bij jullie terugkomen.’ |
Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: ‘Wie zal Ik sturen? Wie kan namens ons gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, stuur mij.’ | Toen hoorde ik de stem van de Heer. Hij zei: ‘Wie zal ik naar mijn volk sturen? Wie kan er namens mij spreken?’ En ik zei: ‘Ik! U kunt mij sturen.’ |
Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed. | Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. |
Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” | Johannes vertelde wat hij gezien had toen hij Jezus doopte. Hij zei: ‘Ik wist eerst niet wie hij was. Maar ik zag dat de heilige Geest uit de hemel naar Jezus toe kwam als een duif, en bij hem bleef. En God had tegen mij gezegd: ‘Jij zult zien dat de heilige Geest uit de hemel naar iemand toe komt, en bij hem blijft. Hij is degene die mensen zal dopen met de heilige Geest.’’ |
Niets verheugt mij meer dan te horen dat mijn kinderen de weg van de waarheid volgen. | Als ik hoor dat mijn leerlingen volgens Gods waarheid leven, geeft mij dat veel vreugde. Niets geeft mij meer vreugde dan dat! |
Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt Mij onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking. | Je weet toch dat ik mijn Vader om hulp kan vragen? Dan zou hij mij meteen een enorm leger van engelen sturen. |
Als jullie Mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien. | Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien. |
Ik heb je misdaden als een wolk doen verdampen, je zonden als de ochtendnevel. Keer terug naar Mij: Ik zal je vrijkopen. | Ik heb je al je misdaden vergeven. Ze zijn verdwenen, zoals de wolken verdwijnen door de zon. Israël, kom bij mij terug. Ik zal je bevrijden. |
Wie overwint zal samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. | Als jullie volhouden, zullen jullie overwinnen en samen met mij op mijn troon zitten. Net zoals ik overwonnen heb, en nu samen met mijn Vader op zijn troon zit. |
Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt. | Abba, Vader, voor u is alles mogelijk. Houd toch dit zware lijden bij mij weg! Maar doe alleen wat u wilt, niet wat ik wil. |
Ik heb hen op weidegrond gebracht en ze raakten verzadigd. Maar toen ze eenmaal verzadigd waren, werden ze hoogmoedig en vergaten ze Mij. | En daarna heb ik jullie naar dit mooie land gebracht. Ik gaf jullie meer dan genoeg te eten. Jullie hadden alles wat je nodig had. Maar toen werden jullie trots, en jullie vergaten mij. |
Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat U redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. | Heer, ik vertrouw op uw liefde. Ik zal juichen omdat u mij redt. Ik zal voor u zingen, want u bent goed voor mij. |
Wees heilig omwille van Mij, want Ik, de HEER, ben heilig en Ik heb jullie van de andere volken onderscheiden om mijn volk te zijn. | Jullie moeten heilig zijn, omdat ik, de Heer, heilig ben. En ik heb jullie uitgekozen uit alle volken. |
De HEER zal mij altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los. | Heer, u zult me altijd beschermen. Uw trouw duurt eeuwig, Heer. Laat uw wereld niet in de steek! |
Bijbeltekst van de dag
Een vriendelijk woord is een korf vol honing,zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam.