Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. | Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft ontvangt leven, voorspoed en eer. |
Opdat, gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Jezus Christus, onze Here. | Want zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze Heer. |
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad. | Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de erekrans van de gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien. |
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar zonde is een schandvlek der natiën. | Rechtvaardigheid verheft een volk, zonde maakt het te schande. |
Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart. | Mijd de begeerten van de jeugd, streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer met een zuiver hart aanroepen. |
Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. | De HEER heeft liever dat je eerlijk en rechtvaardig handelt dan dat je een offer brengt. |
Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut, maar gerechtigheid redt van de dood. | Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet, rechtvaardigheid redt van de dood. |
Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. | Rijkdom helpt je niet op de dag van Gods toorn, rechtvaardigheid redt van de dood. |
Want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid. | Het licht brengt niets dan goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. |
Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren. | Zoek de HEER, jullie in het land die nederig zijn en naar zijn wetten leven, zoek rechtvaardigheid, zoek nederigheid: misschien vinden jullie een schuilplaats op de dag van de toorn van de HEER. |
Open uw mond, oordeel rechtvaardig, verschaf de verdrukte en nooddruftige recht. | Spreek, oordeel rechtvaardig, geef de armen en behoeftigen hun recht. |
Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. | Hij heeft recht en gerechtigheid lief, van de trouw van de HEER is de aarde vervuld. |
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. | Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. |
Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. | Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. |
Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U; want wanneer uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid. | Reikhalzend kijk ik naar U uit, zelfs ’s nachts verlang ik naar U. Wanneer U een oordeel over de wereld velt, zullen de mensen op aarde gerechtigheid leren. |
Want de Here bemint het recht, en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet. Voor altoos blijven zij bewaard, maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid. | Want de HEER heeft gerechtigheid lief, wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet. Zij blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd. |
Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der goddeloosheid los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te verbreken? | Is dit niet het vasten dat Ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? |
Heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest. | En heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest. |
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. | Alles wat de Schrift zegt is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een rechtschapen leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust. |
Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven. | Houd stand met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag daarbij het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. |