Bijbelteksten over 'Verderf'
Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven; wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. | Als je je tong beheerst, bewaar je je leven. Maar als je je mond zijn gang laat gaan, loopt het slecht met je af. |
Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. | Dus als je slechte dingen zaait door alleen maar te doen wat je zelf wil, zul je ellende en dood oogsten. Maar als je goede dingen zaait door te leven zoals de Geest het wil, zul je eeuwig leven oogsten. |
Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. | Vriendelijke woorden zijn als een levensboom. Maar verkeerde woorden kunnen een leven kapotmaken. |
Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. | Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. |
Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | De woorden van een slecht mens storten andere mensen in het ongeluk. Maar goede mensen worden door hun wijsheid gered. |
Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. | Hij heeft ons kostbare en grote beloften gedaan. Daardoor zijn we ontsnapt aan dood en bederf. Nu kunnen we nieuwe mensen zijn die op God lijken. De dood en het bederf heersen in de wereld door de verkeerde verlangens van de mensen. |
Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Ga binnen door de smalle poort. Want de poort naar de dood is wijd, en de weg daar naartoe is breed. En er zijn heel veel mensen die die weg nemen en door die poort binnengaan. Maar de poort naar het leven is nauw, en de weg daar naartoe is smal. Er zijn maar weinig mensen die die weg en die poort vinden." |
Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? | Want er is maar één Wetgever en Rechter. Dat is Hij die de macht heeft om te redden of te veroordelen. Wat verbeelden jullie je wel, dat jullie denken over andere mensen te mogen oordelen? |
Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden. | Het hart van de mens is bedrieglijker dan alle andere dingen. Het is door en door slecht. Wie kan werkelijk weten wat er diep in zijn hart is? Ik, de Heer, weet wat er in het hart van een mens is. Ik ken ieders diepst verborgen gedachten. Daardoor kan Ik iedereen geven wat hij verdiend heeft. Ik beloon ieder mens naar wat hij heeft gedaan, goed of slecht. |
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. | Laat je door niemand iets wijsmaken, op wat voor manier dan ook. Want eerst moet er nog iets anders gebeuren: eerst zullen heel veel mensen hun geloof kwijtraken. En eerst zal er een mens aan de macht komen die zich helemaal niets van God aantrekt. Hij zal een slecht mens zijn. Hij is de tegenstander van God. Hij is tegen de aanbidding van God. Hij zal zelfs in Gods tempel gaan zitten en beweren dat hij zelf God is. Hij zal zelf als god aanbeden willen worden. |
Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. | Leugenaars veroorzaken ruzies. Roddelaars maken zelfs de beste vriendschappen kapot. |
De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, maar de mond der goddelozen is enkel valsheid. | Een goed mens weet wat goed is om te zeggen. Maar een slecht mens spreekt alleen leugens en bedrog. |
De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. | Diep ontzag voor de Heer hebben, betekent: ver weg blijven van het kwaad, van trots en van misdaad. Ik haat ook alle leugens. |
Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. | Zeg geen grove dingen meer. Zeg liever iets goeds. Iets wat nuttig is en de andere mensen opbouwt. Dingen waar de mensen iets aan hebben. |
Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Verzamel geen rijkdommen op aarde. Want je schatten gaan kapot door de motten en de roest, en dieven breken in en stelen ze. Verzamel liever rijkdommen in de hemel. Die schatten gaan niet kapot door motten en roest, en daar zijn geen dieven die inbreken of stelen." |
Gerelateerde onderwerpen
Spreken
Dood en leven zijn...
Liegen
Leugenlippen zijn de HERE...
Roddelen
Een valsaard veroorzaakt twist...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Leven
De HERE zal u...