God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden. | God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. |
Want de HEERE heeft het recht lief en zal Zijn gunstelingen niet verlaten; voor eeuwig worden zij bewaard, maar het nageslacht van de goddelozen wordt uitgeroeid. | Want de HEER heeft gerechtigheid lief, wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet. Zij blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd. |
Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. | Tot in je ouderdom blijf Ik dezelfde, tot in je grijsheid zal Ik je steunen. Wat Ik gedaan heb, zal Ik blijven doen, Ik zal je steunen en beschermen. |
Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw. | Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte heeft gedaan is trouw. |
En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen. | Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft. |
De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten. | De HEER staat aan uw kant zolang u aan zijn kant staat. Als u hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden, maar als u zich van hem afwendt, zal hij zich van u afwenden. |
Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. | Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ |
Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. | Wees vastberaden en standvastig. Wees niet bang en laat u niet afschrikken, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. |
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. | Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid! |
Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken. | Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen, U verlaat niet wie U zoeken, HEER. |
Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek. | Elke inspanning levert iets op, loze praatjes leiden enkel tot gebrek. |
Want het woord van de HEERE is recht en al Zijn werk betrouwbaar. | Oprecht is het woord van de HEER, alles wat Hij doet is betrouwbaar. |
Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere. Want niet wie zichzelf aanbeveelt, die is welbeproefd, maar wie door de Heere wordt aanbevolen. | Er staat geschreven: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ Want niet wie zichzelf aanprijst is betrouwbaar, maar wie door de Heer wordt aangeprezen. |
U die de HEERE liefhebt, haat het kwade. Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen, Hij redt hen uit de hand van de goddelozen. | U die de HEER bemint: haat het kwade. Hij behoedt het leven van wie Hem trouw zijn, uit de greep van de goddelozen bevrijdt Hij hen. |
Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. | Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg, hield uw trouw mij staande, HEER. |
Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken. | Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw. |
Daarom, zeg tegen hen: Zo zegt de Heere HEERE: Geen van Mijn woorden zal nog uitgesteld worden. Het woord dat Ik gesproken heb, zal in vervulling gaan, spreekt de Heere HEERE. | Zeg daarom tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wat Ik besloten heb, zal niet worden uitgesteld! Alles wat Ik zeg, zal gebeuren! – zo spreekt God, de HEER.” |
Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. | Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de HEER, die zich over je ontfermt. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? |
Laten je ogen recht vooruitkijken en je oogleden zich recht vóór je houden. | Je moet elk mens recht in de ogen kunnen zien, nooit je ogen hoeven neerslaan. |
Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij. | Hij is een rots, Hij staat voor recht; alles wat Hij doet is volmaakt. Trouw is God, rechtvaardig en zuiver, in Hem is geen spoor van kwaad. |
HEERE, luister naar mijn gebed, neem mijn smeekbeden ter ore. Verhoor mij naar Uw trouw, naar Uw gerechtigheid. | HEER, hoor mijn gebed, luister naar mijn smeken, antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig. |
HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden; laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen. | U, HEER, U weigert mij uw ontferming niet, uw liefde en uw trouw zullen mij steeds bewaren. |
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. | Hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een schild en pantser. |
De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. | Voor wie onberispelijk zijn weg gaat is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt Hij. |