Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. | Want door jullie geloof in Jezus Christus zijn jullie allemaal kinderen van God geworden. Want alle mensen die in Christus zijn gedoopt, worden met Christus bedekt. Hij bedekt je zoals een kledingstuk je bedekt. |
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. | Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. |
Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. | We hebben dus deze drie dingen: geloof, hoop en liefde. Maar de belangrijkste van deze drie is de liefde. |
Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. | Zo is het ook met het geloof. Jullie geloof moet te zien zijn aan wat jullie doen. Is dat niet te zien, dan is jullie geloof dood. |
Hij zeide tot hen: Vanwege uw klein geloof. Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn. | Hij zei tegen hen: "Doordat jullie geen geloof hadden. Want luister goed! Ik zeg jullie: je geloof hoeft maar zo groot te zijn als een mosterdzaadje. Als je dan tegen deze berg zou zeggen: 'Ga van hier naar daar,' dan zal hij daarheen gaan. En niets zal onmogelijk voor je zijn." |
En zij zeiden: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis. | Paulus antwoordde: "Geloof in de Heer Jezus. Dan zul je worden gered, met iedereen die in je huis woont." |
Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. | Wie het nieuws gelooft en zich laat dopen, zal worden gered. Maar wie het niet gelooft, zal worden veroordeeld. |
Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. | Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet in Hem teleurgesteld worden." |
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. | Dus je kan alleen gaan geloven als je eerst echt hebt gehoord wat er over Christus wordt verteld. |
Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid. | Niemand mag op jou neerkijken omdat je nog jong bent. Zorg ervoor dat je in alles een voorbeeld bent voor de gelovigen: door je woorden, je manier van leven, je liefde, je geloof en je zuiverheid. |
Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. | Doe je uiterste best voor het geloof. Grijp het eeuwige leven. Want daarvoor ben je geroepen en daarvoor heb je tegen heel veel mensen duidelijk over het geloof gesproken. |
Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. | Daarbij moeten we alleen op Jezus letten, want Hij is onze Leider. Hij wijst ons de weg en gaat voor ons uit. Hij is ons voorbeeld in het geloof. Hij verdroeg de dood aan het kruis en alle schande, omdat Hij wist hoe blij Hij daarna zou zijn. Nu zit Hij naast God op de troon. |
Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt. | Jullie geloven in de Zoon van God. Daarom schrijf ik jullie dit, zodat jullie zeker zullen weten dat jullie het eeuwige leven hebben. |
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). | Doe daarom je best om door jullie geloof verstandig te worden. En door verstandig te worden zullen jullie God goed leren kennen. En door God goed te kennen, zullen jullie groeien in zelfbeheersing. En door te groeien in zelfbeheersing, zullen jullie groeien in geduld. En door te groeien in geduld, zullen jullie groeien in ontzag voor God. En door te groeien in ontzag voor God, zullen jullie groeien in de liefde voor de broeders en zusters. En door te groeien in de liefde voor de broeders en zusters, zullen jullie groeien in werkelijk onzelfzuchtige liefde. |
Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. | Als je in Mij gelooft, zullen stromen van water dat leven geeft uit je binnenste stromen! Want dat is beloofd in de Boeken! |
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. | Want omdat God zo liefdevol en goed is, heeft Hij jullie gered door jullie geloof. Jullie hebben niet jezelf gered, maar Gód heeft jullie gered. Het is zíjn geschenk. Jullie zijn dus niet gered doordat jullie zelf zo goed je best deden om goede mensen te zijn. Want Hij wilde niet dat jullie over je redding zouden kunnen opscheppen. |
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. | Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." |
Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden. | Luister goed! Ik zeg jullie: als je dan tegen deze berg zou zeggen: 'Kom van de grond en gooi jezelf in de zee!' dan zal dat ook gebeuren. Maar dan moet je in je hart niet twijfelen. Je moet geloven dat wat je zegt ook gebeurt. |
Wij behoren God te allen tijde om u te danken, broeders, zoals gepast is, omdat uw geloof zeer toeneemt en uw aller liefde jegens elkander sterker wordt. | Wij danken God altijd voor jullie, broeders en zusters. We danken Hem omdat jullie geloof snel groeit en omdat jullie liefde voor elkaar steeds sterker wordt. |
Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. | Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen 'ik' leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd. |
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. | Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. |
Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven. | Jezus zei tegen hem: "Geloof je pas nu je Mij hebt gezien? Wat is het heerlijk als mensen die Mij niet gezien hebben toch geloven!" |
Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. | Hij is trots. Hij is slecht van binnen. Maar iemand die leeft zoals Ik het wil, zal in leven blijven door zijn geloof in Mij. |
Maar Jezus hoorde het en antwoordde hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden. | Maar Jezus hoorde het en zei: "Wees niet bang, maar geloof! Dan zal ze worden gered." |
Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. | Want God is goed voor jullie geweest. Hij heeft jullie niet alleen de kracht gegeven om in Christus te kunnen geloven. Hij heeft jullie óók de kracht gegeven om voor Hem te kunnen lijden. |