En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. | En laat de vrede van Christus in jullie hart regeren. Want dáárvoor zijn jullie geroepen, als leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. |
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand hem ontvangt die Ik zal zenden, ontvangt hij Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die Mij gezonden heeft. | Luister goed! Ik zeg jullie: als je iemand ontvangt die door Mij is gestuurd, ontvang je eigenlijk Mij. En als je Mij ontvangt, ontvang je eigenlijk Hem die Mij gestuurd heeft. |
Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. | Hij was God. Maar Hij vond dat niet zó belangrijk, dat Hij het niet los kon laten. Nee, Hij heeft zelfs al zijn goddelijkheid opgegeven. Hij kwam naar de aarde om een dienaar te worden. Hij werd helemaal mens. En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. |
Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. | Want de Mensenzoon is gekomen om mensen die bij God weggelopen waren, te zoeken en te redden. |
Hij moet meer worden, maar ik minder. | Híj moet steeds belangrijker worden, en ík moet steeds minder belangrijk worden. |
Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. | Je zou het zó kunnen zeggen: Eén lichaam heeft veel lichaamsdelen, en die lichaamsdelen doen niet allemaal hetzelfde soort werk. Zo zijn wij met elkaar ook één lichaam in Christus. Wij zijn allemaal verschillende lichaamsdelen van dat ene lichaam. |
Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | IK BEN de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij worden gered. Hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en hij zal het goed hebben. |
Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. | Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om de mensen te veroordelen, maar om door Hem de mensen te redden. |
Maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. | Maar we moeten vol liefde vasthouden aan de waarheid. Alleen zó worden we steeds volwassener in het geloof. En daardoor worden we steeds meer één met Christus. Christus is het Hoofd van het Lichaam. |
Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. | Maar Jezus zei tegen hen: "Maar Wie ben Ik volgens júllie?" Simon Petrus antwoordde: "U bent de Messias, de Zoon van de levende God." |
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. | Jezus zei: "Als jullie echt van Mij houden, doe dan ook wat Ik zeg." |
Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. | Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." |
Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden. | Nu vertel ik jullie, broeders, dat jullie door Jezus vergeving kunnen krijgen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. Ook voor alle dingen die niet vergeven konden worden door de wet van Mozes. Iedereen die in Jezus gelooft, wordt door Hem vrijgesproken van elke schuld. |
Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. | In de mens Jezus woont God Zelf. En als jullie één zijn met Christus, woont God Zelf ook in júllie. Christus is het Hoofd van alles wat heerst en macht heeft. |
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. | Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. |
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. | Het eeuwige leven is dat de mensen U kennen, de enige echte God, en Jezus Christus die U heeft gestuurd. |
Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden. | Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus geestelijk levend gemaakt. Want we waren geestelijk dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. |
Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. | Dus als je de Zoon hebt, heb je het eeuwige leven. Maar als je de Zoon van God níet hebt, heb je ook geen eeuwig leven. |
Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. | Jezus zei: "Jullie zullen worden gehaat door de mensen die niet in Mij geloven. Bedenk dan dat ze Mij óók hebben gehaat." |
Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien. | Als jullie Mij kenden, zouden jullie ook mijn Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem. |
Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. | Daarom heeft God Hem ook de hoogste eer en de allergrootste macht gegeven. Hij heeft Hem belangrijker en machtiger gemaakt dan wie dan ook. Want God wil dat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde de knieën zal buigen voor Jezus. |
Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. | Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad. |
Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. | Jezus zei tegen hem: "Geloof je pas nu je Mij hebt gezien? Wat is het heerlijk als mensen die Mij niet gezien hebben toch geloven!" |
Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven. | Jezus heeft ons laten zien wat werkelijke liefde is: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Ook wij moeten ons leven voor onze broeders en zusters over hebben. |