Psalm 66:17

Ik riep tot Hem met mijn mond,
en Hij werd geroemd door mijn tong.

Toen mijn mond Hem aanriep,
lag een lofzang op mijn tong.

Ik bad tot God
en ik zong een lied om hem te eren.

Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen,
of er was een lofzang onder mijn tong.

Ik had de Heer nog maar nét om hulp geroepen,
of ik kon Hem al danken.

Gerelateerde onderwerpen

Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,
maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.

Wie geduldig is, heeft veel inzicht,
maar wie kortaangebonden is, verheft de dwaasheid.

Help mij het Woord van God verspreiden: