En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. | Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden. |
Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. | Het doel van de wet was altijd al dat mensen gered zouden worden doordat ze geloven. Door Christus is dat doel bereikt. |
Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. | Als jullie van mij houden, leef dan volgens mijn regels. |
Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. | De zonde zal geen macht meer over ons hebben. Want ons leven wordt niet bepaald door de Joodse wet, maar door Gods goedheid. |
Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren. | Moeten we de conclusie trekken dat de wet en de zonde hetzelfde zijn? Nee, natuurlijk niet! Maar het zit zo: Door de wet leerden de mensen wat zonde is. Want de wet verbiedt alle verkeerde verlangens. Zo leerden de mensen die verlangens kennen. |
De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet. | Nu heeft de dood nog macht over ons. Dat komt door de zonde. Want de zonde verleidt de mensen om alles te doen wat de wet verbiedt. En daardoor moeten alle mensen sterven. |
En neem uw plicht jegens de Here, uw God, in acht: wandel op zijn wegen en onderhoud zijn inzettingen, geboden, verordeningen en getuigenissen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat gij voorspoedig volvoeren moogt alles wat gij doet en alles wat gij onderneemt. | Doe wat God, de Heer, van je wil. Ga de weg die hij je wijst. Doe wat in zijn wetten en regels staat, zoals Mozes die opgeschreven heeft. Dan zal alles wat je doet, goed gaan. |
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. | Veroordeel andere mensen niet, dan zal God jou ook niet veroordelen. |
Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | In de wet staat: «Vermoord niemand. Ga niet vreemd. Steel niet. Verlang niet naar iets dat van een ander is.» Deze en alle andere regels kunnen in één zin gezegd worden: «Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf.» |
En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen. | De Heer maakte toen zijn tien belangrijkste regels bekend, en schreef ze op twee stenen platen. Hij wilde dat jullie je daaraan zouden houden. |
Gij zult naast Mij geen goden maken; noch van zilver noch van goud zult gij ze u maken. | Jullie mogen geen andere goden maken, goden van goud of van zilver. Jullie moeten alleen mij vereren. |
Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde. | Ik houd van jullie, net zoals de Vader van mij houdt. Doe wat ik van je vraag. Want dan blijft mijn liefde je leiden. Ook ik heb altijd gedaan wat de Vader van mij gevraagd heeft. En zijn liefde heeft mij altijd geleid. |
Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. | Mensen die uw wet liefhebben, vinden vrede en geluk. Het gaat altijd goed met hen. |
En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan onderkennen wij, dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft. | Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft. |
Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. | Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. |
Gij zult nauwgezet de geboden van de Here, uw God, onderhouden en de getuigenissen en de inzettingen, die Hij u opgelegd heeft. | Doe wat de Heer, jullie God, zegt. Houd je precies aan al zijn wetten en regels. |
Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. | Mozes zei verder: ‘Volk van Israël, luister goed. De Heer, onze God, is de enige God! Houd van hem met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht.’ |
De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. | Als je van de ander houdt, zul je hem geen kwaad doen. Het gaat er dus om dat jullie elkaar liefhebben. Dat is alles wat de wet van je vraagt. |
Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. | Gelukkig zijn mensen die trouw zijn aan de Heer en willen leven volgens zijn wetten. |
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. | Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. |
In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. | Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. |
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. | Nu komt het belangrijkste van alles wat je gehoord hebt: heb eerbied voor God en houd je aan zijn wetten. Dat geldt voor ieder mens. |
Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? | God geeft jullie de heilige Geest en hij doet wonderen bij jullie. Maar dat doet hij omdat jullie in Christus geloven, niet omdat jullie je aan de Joodse wet houden. |
Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt; ook van alles, waarvan gij niet gerechtvaardigd kondt worden door de wet van Mozes, wordt ieder, die gelooft, gerechtvaardigd door Hem. | Vrienden, luister goed naar wat ik zeg. Dankzij Jezus wil God onze fouten vergeven. Ook alle fouten die volgens de wet van Mozes niet vergeven kunnen worden. Als je in Jezus gelooft, dan word je gered. |
Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Maar de tweede regel is net zo belangrijk: «Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf.» |