Bijbelteksten over 'Getrouw'

«»

• Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.
  1 Tessalonicenzen 5:24roepingtrouwWoord van God
• Maar wèl getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze.
  2 Tessalonicenzen 3:3betrouwbaarheidveiligheidkracht
• Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw,
  jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk.
  Psalm 18:26betrouwbaarheidvolmaaktheidgoedheid
• God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
  1 Korintiërs 1:9Jezusroepingbetrouwbaarheid
• Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.
  Hebreeën 10:23betrouwbaarheidhooperkennen
• Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
  1 Johannes 1:9zondereinigingkwaad
• Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.
  Matteüs 25:21betrouwbaarheidbeloningzegen
• Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.
  1 Korintiërs 10:13betrouwbaarheidverleidingverslaving
• Vertrouw op de Here en doe het goede,
  woon in het land en betracht getrouwheid.
  Psalm 37:3vertrouwenveiligheidgoedheid
• Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.
  Micha 6:8wetrechtvaardigheidnederigheid
• Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen om moeder te worden, en dat ondanks haar hoge leeftijd, daar zij Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte.
  Hebreeën 11:11vertrouwengeloofbeloning
• Wanneer iemand pas een vrouw gehuwd heeft, zal hij in het leger niet uitrukken en men zal hem in geen enkel opzicht bezwaren; gedurende één jaar zal hij vrijgesteld zijn ten behoeve van zijn huis, en de vrouw die hij gehuwd heeft, verheugen.
  Deuteronomium 24:5huwelijk
• De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest.
  Matteüs 1:18kerstHeilige Geestwonderen
• Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
  1 Korintiërs 7:2begeertehuwelijkrelaties
• Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen.
  Hebreeën 13:4huwelijkbegeerteveroordeling
• Opdat gij zoudt weten, dat de Here, uw God, de enige God is, de trouwe God, die het verbond en de goedertierenheid houdt jegens wie Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden, tot in duizend geslachten.
  Deuteronomium 7:9betrouwbaarheidwetGod
• Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
  1 Korintiërs 7:5huwelijkduivelzelfbeheersing