Ieder van ons moet doen wat goed is voor de ander en wat de ander helpt. | We moeten allemaal proberen om het beste voor de anderen te zoeken en hun geloof op te bouwen. |
Steeds weer laat u uw liefde zien. U geeft aan ieder mens wat hij verdient. | U bent goed en liefdevol, Heer, U zal iedereen geven wat hij heeft verdiend met zijn daden. |
God zal alle mensen geven wat ze verdienen. | Op die dag zal God ieder mens geven wat hij heeft verdiend. |
In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man. | De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont. | De aarde is van de Heer, met alles wat daarop is. De hele wereld is van Hem, met alle mensen die er wonen. |
Nu komt het belangrijkste van alles wat je gehoord hebt: heb eerbied voor God en houd je aan zijn wetten. Dat geldt voor ieder mens. | Van alles wat ik hier gezegd heb, is de conclusie: Heb diep ontzag voor God en houd je aan zijn wet. Want dat is het belangrijkste voor elk mens. |
Niemand ziet hoe mensen van binnen zijn. Maar ik, de Heer, ken de mensen. Ik weet wat ze denken. Ik weet hoe slecht ze van binnen zijn, ik zie dat ze altijd het verkeerde willen. Ik beloon het goede en ik straf het kwade. Zo krijgt ieder mens wat hij verdient. | Het hart van de mens is bedrieglijker dan alle andere dingen. Het is door en door slecht. Wie kan werkelijk weten wat er diep in zijn hart is? Ik, de Heer, weet wat er in het hart van een mens is. Ik ken ieders diepst verborgen gedachten. Daardoor kan Ik iedereen geven wat hij verdiend heeft. Ik beloon ieder mens naar wat hij heeft gedaan, goed of slecht. |
Beste vriend, ik hoop dat alles goed met je gaat, en dat je gezond bent. Ik weet dat het in ieder geval goed gaat met je geloof. | Mijn vriend, allereerst hoop ik dat het in alles goed met je gaat. Ik hoop dat het met je gezondheid net zo goed gaat als met je geloof. |
Beste vrienden, neem geen wraak op anderen. Laat het straffen over aan God. Want in de heilige boeken zegt God: «Ik ben het die straft. Ik geef ieder mens wat hij verdient.» | Straf mensen niet zelf voor wat ze jullie aandoen, maar laat dat aan God over. Want er staat in de Boeken: "Laat het aan Mij over om te straffen. Ik zal hun geven wat ze hebben verdiend, zegt de Heer." |
Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader. | Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. |
En niemand wordt gered doordat hij zich aan de Joodse wet houdt. Want het lukt niemand om alles te doen wat er in de wet staat. De wet leert ons juist dat ieder mens verkeerde dingen doet. | Want niemand kan, door zich precies aan de wet te houden, door God vrijgesproken worden van schuld. De wet zorgt er namelijk niet voor dat mensen gaan leven zoals God het wil. De wet laat hun alleen zien dat ze níet leven zoals God het wil. |
Als jullie dat niet willen, kies dan welke goden jullie wel willen dienen: de goden van jullie voorouders of de goden van de Amorieten. Mijn familie en ik zullen in ieder geval de Heer dienen! | Als jullie denken dat het verkeerd is om de Heer te dienen, kies dan vandaag wie jullie wél willen dienen. De goden die jullie voorvaders aan de overkant van de Rivier aanbaden, of de goden van de Amorieten van het land hier. Maar ík en mijn familie zullen de Heer dienen! |
Wie beoordeelt of een slaaf zijn werk goed doet? Alleen zijn eigen meester. Net zo worden wij alleen door onze Heer beoordeeld. En hij zorgt ervoor dat ieder van ons vasthoudt aan zijn geloof. | Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen. |
Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen. | Als iemand ongehoorzaam is aan God, houdt hij zich niet aan de wet van God. Ongehoorzaamheid aan God is hetzelfde als ongehoorzaamheid aan de wet. |
Gelukkig ben je als je trouw bent aan de Heer, als je leeft volgens zijn wetten. | Het is heerlijk voor je om diep ontzag voor God te hebben. Het is heerlijk voor je als je Hem in alles gehoorzaamt. |
Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» | Want er staat in de Boeken: "Iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered." |
En in de heilige boeken staat ook: «Iedereen die in hem gelooft, zal gered worden.» | Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet in Hem teleurgesteld worden." |
Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. | Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. |
Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad. | Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren, maar niet te gauw iets moet zeggen. Word ook niet te snel boos. |
Maar als je op mij vertrouwt en bij mij hulp zoekt, zul je gelukkig zijn. Dan lijk je op een boom aan het water. De wortels van zo’n boom groeien tot in de rivier. Zo’n boom heeft geen last van de hete zomer, zijn bladeren blijven altijd groen. En hij geeft ieder jaar vruchten, ook in jaren van droogte. | Maar als iemand op Mij vertrouwt, zal Ik goed voor hem zijn. Met hem zal het goed gaan. Hij lijkt op een boom die langs het water is geplant. Zijn wortels groeien tot aan de beek. Hij merkt de hitte niet eens. Zijn bladeren blijven altijd fris en groen. Als er een jaar geen regen valt, maakt hij zich geen zorgen. Er groeien altijd vruchten aan hem. |
Het doel van de wet was altijd al dat mensen gered zouden worden doordat ze geloven. Door Christus is dat doel bereikt. | Want Gods manier is: Jezus. Jezus is het einddoel van de wet van Mozes. Iedereen die in Hem gelooft, wordt vrijgesproken van schuld. |
Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. | Lieve broeders en zusters, laten we van elkaar houden. Want de liefde komt van God. Als je van de broeders en zusters houdt, ben je uit God geboren en ken je God. |
Iedereen moet voor zichzelf besluiten hoeveel hij wil geven. Je moet van harte geven, en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven. | Iedereen moet zelf besluiten hoeveel hij wil geven. En laat hij dat dan van harte geven, zonder tegenzin of dwang. God houdt van mensen die met een blij hart geven. |
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. | Want als je je leven voor jezelf zal willen houden, dan zul je het juist verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij, dan zul je het juist redden. |
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. | Want als je je leven voor jezelf wil houden, zul je het juist verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij, zul je het juist redden. |