Het aardse streven leidt tot de dood, maar het streven waartoe de Geest aanzet leidt tot leven en vrede. | De mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, komen uiteindelijk uit bij de dood. Maar de mensen die zich door de Geest laten leiden, krijgen leven en vrede. |
Een vlijtig mens verwerft gezag, luiheid leidt tot slavernij. | IJverige mensen worden machtig. Maar luie mensen komen in slavernij. |
Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid maakt een mens bescheiden. | Overmoedige mensen staan uiteindelijk voor schut. Daarom is het wijs om bescheiden te zijn. |
Oprecht verdriet ten overstaan van God leidt namelijk tot inkeer en redding; daarvan krijgt men nooit spijt. Verdriet zoals de wereld kent leidt daarentegen tot de dood. | Want als iemand verdriet heeft omdat hij verkeerd heeft gedaan tegen God, kan God dat verdriet gebruiken om hem te veranderen. Zo wordt hij erdoor gered. Maar als iemand gewoon verdriet heeft op de manier van de ongelovige mensen, brengt hem dat alleen maar ellende en dood. |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. |
Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. | Wees blij, broeders en zusters, als je geloof door allerlei moeilijkheden op de proef wordt gesteld. Want daardoor zul je leren geduld te hebben. |
Goed en rechtvaardig is de HEER: Hij wijst zondaars de weg, wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor, Hij leert hun zijn paden te gaan. | De Heer is goed en rechtvaardig. Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven. Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil. Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt. |
Omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt. | Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. |
U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging aan God. | Zo zullen jullie steeds veel hebben om veel te kunnen weggeven. En daar zullen de mensen God voor prijzen. |
Dit zegt de HEER: Je staat op een kruispunt, kijk goed! Vraag na hoe de oude wegen liepen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vind rust. Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” | Dit zegt de Heer: "Mijn volk, sta eens even stil op de weg die je gaat. Vraag eens naar de goede weg, de weg die je vroeger ging. Want als je die weg weer kiest, zal het weer goed met je gaan. Dan zul je weer vrede hebben. Maar jullie zeggen: 'Wij willen die weg niet.'" |
Wie eerlijk leeft, heeft zijn onkreukbaarheid als gids, wie onbetrouwbaar is, gaat aan zijn oneerlijkheid ten onder. | Eerlijke mensen laten zich leiden door hun eerlijkheid. Maar met oneerlijke mensen loopt het door hun oneerlijkheid slecht af. |
De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water. | De Heer zorgt voor mij zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Ik kom niets tekort. Hij laat mij rusten in groene velden. Hij laat mij drinken uit rustige stroompjes. |
En dat niet alleen, we laten ons zelfs voorstaan op de ellende die we ondervinden, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. | Maar dat is niet het enige. We zijn ook blij als we het moeilijk hebben. Want door moeilijkheden leren we om vol te houden. En doordat we leren volhouden, wordt onze geest sterk. En doordat onze geest sterk wordt, leren we om steeds meer op God te vertrouwen. |
Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Ga binnen door de smalle poort. Want de poort naar de dood is wijd, en de weg daar naartoe is breed. En er zijn heel veel mensen die die weg nemen en door die poort binnengaan. Maar de poort naar het leven is nauw, en de weg daar naartoe is smal. Er zijn maar weinig mensen die die weg en die poort vinden." |
Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst u een leven in heiligheid en uiteindelijk het eeuwige leven. | Maar nu zijn jullie bevrijd uit de macht van het kwaad. Jullie zijn dienaren van God geworden. Daardoor zullen jullie leven zoals Hij het wil. En tenslotte zullen jullie het eeuwige leven hebben. |
Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de heidenen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. | God wil dat jullie leven op een manier die bij Hem past. Hij wil daarom dat jullie geen verkeerde dingen meer doen op het gebied van seks, maar dat jullie allemaal op een zuivere en heilige manier met jullie lichaam omgaan. Jullie mogen er niet maar op los leven, zoals de mensen doen die God niet kennen. |
Wie de HEER welgevallig is, mag zijn weg gaan met vaste tred. | Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je. |
Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad. | Uw woord leidt mij. Het is als een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad. |
Wie geschenken uitdeelt, opent deuren voor zichzelf, hij verschaft zich toegang tot de machtigen. | Door anderen om te kopen, kun je veel bereiken. Het brengt je bij belangrijke mensen die je anders nooit te spreken zou krijgen. |
Elke inspanning levert iets op, loze praatjes leiden enkel tot gebrek. | Als je hard werkt, levert dat altijd iets op. Maar als je alleen mooie praatjes hebt, word je arm. |
Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. | Toch houdt de Heer elke dag van mij. Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste. Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt. |
Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. | Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. |
U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. | Want jullie hebben geen geest gekregen die bange slaven van jullie maakt. Maar jullie hebben Gods Geest gekregen. Hij maakt jullie tot kinderen van God. Door Gods Geest noemen we Hem vol vertrouwen: "Lieve Vader!" |
Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. | Als je naar goede raad luistert, ben je op de weg die naar het leven leidt. Maar als je iemand geen goede raad wil geven, ben je mede schuldig als het verkeerd met hem afloopt. |
Hij gaf op sabbat onderricht in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, dan niet op sabbat uit deze boeien worden losgemaakt?’ Toen Hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door Hem werden verricht. | Op een keer was Jezus weer aan het lesgeven in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al 18 jaar een geest van zwakte had. Daardoor was ze helemaal krom gegroeid. Ze kon niet meer rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich. En Hij zei tegen haar: "Vrouw, je bent bevrijd van je zwakte." Hij legde haar de handen op. Onmiddellijk ging ze rechtop staan en ze prees God. Maar de leider van de synagoge was boos omdat Jezus dit op de heilige rustdag deed. Hij zei tegen de mensen: "Er zijn zes dagen in de week om te werken. Kom dán om je te laten genezen, maar níet op de heilige rustdag!" Maar de Heer Jezus zei: "Wat ben je toch schijnheilig! Jullie werken zelf óók op de heilige rustdag! Iedereen maakt toch op de heilige rustdag zijn os of zijn ezel los van de voerbak om hem mee te nemen om hem te laten drinken? Deze vrouw, die een dochter van Abraham is, werd al 18 jaar door de duivel gebonden gehouden. Moest ze daar dan niet van losgemaakt worden op de heilige rustdag?" Toen Hij dit zei, schaamden de mensen zich die het er eerst niet mee eens waren dat Jezus de vrouw genas. En iedereen was blij over de geweldige dingen die Hij deed. |