Bijbelteksten over 'Mooie'

«»

• Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren; maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God.
  1 Petrus 3:3-4nederigheidschoonheidhart
• Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
  Jakobus 3:10zondesprekenaanbidding
• Bij alle zwoegen is er overschot,
  praatjes leiden slechts tot gebrek.
  Spreuken 14:23betrouwbaarheidsprekenbemoediging
• Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige,
  maar geweld overdekt de mond van de goddelozen.
  Spreuken 10:6rechtvaardigheidsprekenzegen
• Een lip die voortreffelijke dingen spreekt, past niet bij een dwaas,
  hoeveel te minder een vals woord bij een aanzienlijke.
  Spreuken 17:7wijsheidliegenspreken
• Mijn lieve kinderen, laten wij niet liefhebben met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
  1 Johannes 3:18eerlijkheidwaarheidspreken
• Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
  Jeremia 29:11planningzegenhoop
• Net als hun weiden raakten zij verzadigd.
  Toen zij verzadigd waren, verhief hun hart zich.
  Daarom hebben zij Mij vergeten.
  Hosea 13:6materialismetrotsafhankelijkheid
• Maar laat de broeder die nederig is, zich beroemen op zijn hoge staat, en de rijke in zijn nederige staat, want hij zal als een bloem in het gras voorbijgaan.
  Jakobus 1:9-10trotsnederigheidgeld
• Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn.
  1 Timoteüs 2:9-10schoonheidaanbiddingmaterialisme
• Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees.
  2 Korintiërs 10:3levenbegrijpenwereld