- U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.
- U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend.
- Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander.
- Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God.