- Als gij God een gelofte gedaan hebt, talm er dan niet mee die in te lossen, want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen.
- Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze.
- En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
- Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw,
jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk. - Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is.
Gerelateerde onderwerpen
Trouw
Het zijn de gunstbewijzen...
God
De HERE, uw God...
Woord van God
Elk van God ingegeven...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Willekeurige Bijbeltekst
De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt,wie laaft, wordt ook zelf gelaafd.Volgende tekst!Met afbeelding