Zeg geen slechte, negatieve dingen over mensen. Maar zeg, als het nodig is, dingen die het geloof van anderen sterker maken. Zeg iets dat mensen goeddoet.
Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
Moge de HEER u zegenen en u beschermen, moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.