Bijbelteksten over 'Eerlijke'
De oprechtheid van de oprechten leidt hen, maar de verkeerdheid van de trouwelozen verwoest henzelf. | De rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. |
Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek. | Maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek. |
Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel, maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig. | Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. |
Hij houdt voor de oprechten wijsheid gereed, Hij is een schild voor hen die in oprechtheid hun weg gaan. | Hij bewaart hulp voor de oprechten, Hij is een schild voor wie onberispelijk wandelen. |
Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme. | Open uw mond, oordeel rechtvaardig, verschaf de verdrukte en nooddruftige recht. |
Wees niet jaloers op een man van geweld en verkies geen van zijn wegen, want wie afwijkt van de rechte weg is voor de HEERE een gruwel, maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om. | Wees niet afgunstig op een man van geweld en verkies geen enkele van zijn wegen, want de Here verafschuwt de verkeerde, maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om. |
Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. | Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt. |
Want de HEERE heeft het recht lief en zal Zijn gunstelingen niet verlaten; voor eeuwig worden zij bewaard, maar het nageslacht van de goddelozen wordt uitgeroeid. | Want de Here bemint het recht, en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet. Voor altoos blijven zij bewaard, maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid. |
Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten. | Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten. |
En als men dit weet: dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en voor opstandigen, goddelozen en zondaars, onheiligen en onreinen, voor hen die vader of moeder vermoorden, voor doodslagers, voor ontuchtplegers, voor mannen die met mannen slapen, voor mensenhandelaars, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is. | Wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers, hoereerders, knapenschenders, zielverkopers, leugenaars, meinedigen, en al wat verder ingaat tegen de gezonde leer, in overeenstemming met het evangelie der heerlijkheid van de zalige God, dat mij is toevertrouwd. |
Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. | Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. |
Verhef U boven de hemel, o God, en Uw eer over de hele aarde. | Verhef U boven de hemelen, o God, uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. |
Verhef U boven de hemel, o God; Uw eer zij over de hele aarde. | Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. |
Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. | Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. |
En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. | En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. |
U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. | Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft. |
In God is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. | Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. |
Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN – is rijkdom, eer en leven. | Het loon van ootmoed – vreze des Heren – is rijkdom, eer en leven. |
Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. | Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. |
Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. | Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. |
Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. | Niet ons, o Here, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw. |
Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. | Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. |
Vóór de ondergang verheft zich het mensenhart, maar nederigheid gaat vóór de eer. | Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig, maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid, en nederigheid gaat vooraf aan eer. | De vreze des Heren voedt op tot wijsheid, en ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
Wie gerechtigheid en goedertierenheid najaagt, vindt het leven, rechtvaardigheid en eer. | Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Aanbidding
HEERE, U bent mijn...
Nederigheid
In alle nederigheid en...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Eerlijkheid
Mijn lieve kinderen, laten...
Ontzag
De vreze des HEEREN...