Bijbelteksten over 'Geloofd'
- Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.
- Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.
- Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
- Mag ik niet verwachten
de goedheid van de HEER te zien
in het land van de levenden? - Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
- Ongetwijfeld is dit het grote geheim van ons geloof:
Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest,
is verschenen aan de engelen,
verkondigd onder de volken,
Hij vond geloof in de wereld,
is opgenomen in majesteit. - En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’
- Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt ons en redt ons. sela - Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan.
- Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding – als u tenminste vasthoudt aan de boodschap zoals ik u die verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen.
- Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich ter aarde. En hij zei: ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen, naakt zal ik tot de aarde terugkeren. De HEER heeft gegeven, de HEER heeft genomen, de naam van de HEER zij geprezen.’
- Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend.
- Hij wilde ons door de verkondiging van de waarheid tot leven roepen, zodat wij als het ware de eerste opbrengst van zijn schepping zijn.
- Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven.
- Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven.
- Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind voort te brengen, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan.
- Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
- Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.
- Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken.
- Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
- Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
- Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’
- Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft.
- Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of Ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’
- Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden bij zich zal halen, samen met Jezus zelf.
- Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij elke last van ons afwerpen, evenals de zonde waarin we steeds weer verstrikt raken, en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt.
- Wie anders kan de wereld overwinnen dan iemand die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?
- Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’
- “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift.
- U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen.
- Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered.
- Wees waakzaam, volhard in het geloof, wees moedig en sterk.
- De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard.
- Van Hem getuigen alle profeten dat iedereen die in Hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.
- Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God.
- U hebt Hem lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding.
- In dit evangelie openbaart Gods gerechtigheid zich immers van begin tot eind door geloof, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’
- Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst.
- Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered.
- Geeft God u de Geest en laat Hij zijn kracht in u werkzaam zijn omdat u de wet naleeft, of omdat u gelooft wat u hebt gehoord?
- Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.
- Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’
- Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid.
- ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’
- Ze antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’
- Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.
- Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
- Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus.
- Ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
- Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.