Bijbelteksten over 'Genadig'
- De Heer is goed, hij vergeeft ons.
Geduldig en vol liefde is hij. - Als jullie weer trouw zijn aan de Heer, jullie God, dan zal hij ook trouw zijn aan jullie. Dan zal hij ervoor zorgen dat de Assyriërs medelijden krijgen met de Israëlieten die zij gevangengenomen hebben. En dan zullen die Israëlieten weer naar Israël mogen teruggaan. Want de Heer is goed, en vol liefde.
- De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen. De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven.
- God, u bent goed,
heb medelijden met mij!
Uw liefde is groot.
Vergeef me mijn zonden,
neem mijn schuld weg,
maak mij weer schoon. - Dan vergeef ik hun fouten, en vergeet ik hun zonden.
- Jullie moeten naar mij luisteren. Dat moeten jullie niet alleen beloven, maar ook echt doen. Misschien krijg ik medelijden, en zal ik mijn plan veranderen. Dan zal ik weer iets op het land laten groeien, en dan hebben jullie weer graan en wijn om te offeren.
Want ik ben een goede God. Ik ben vol liefde en geduld. Ik ben trouw, en ik houd er niet van om mensen te straffen. - Intussen stond de tollenaar helemaal achter in de tempel. Hij durfde zelfs niet omhoog te kijken. Hij huilde en zei: ‘God, ik ben een slecht mens. Heb medelijden met mij.’
- Maar omdat u goed was voor uw volk, hebt u het niet vernietigd. U hebt de Israëlieten niet in de steek gelaten. U bleef voor hen zorgen en u liet zien dat u een goede God bent.
- Toch zal de Heer op jullie wachten. Hij wacht totdat hij weer goed voor jullie kan zijn. Hij wacht totdat hij weer van jullie kan houden. Want de Heer is een rechtvaardige God. En iedereen die op hem vertrouwt, zal gelukkig zijn.
- Het gaat goed met mensen die geld weggeven
en daar niets voor terugvragen.
Het gaat goed met mensen die eerlijk zakendoen. - De Heer zegt tegen jullie: ‘Ontrouw volk, kom bij me terug. Dan zal ik niet meer boos op jullie zijn. Ik ben een God van liefde, mijn woede duurt niet voor altijd.’
- Zeg dat jullie spijt hebben, en keer terug naar de Heer.
Zeg tegen hem: ‘Vergeef al onze misdaden en neem ons offer aan. Wij zullen geen dieren offeren, maar woorden. Woorden van dankbaarheid.’ - Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht.
- Geniet van het leven! Geniet van het brood dat je eet en van de wijn die je drinkt. Dat is wat God graag ziet.
- Daarom zeg ik: Je kunt maar het beste vrolijk zijn en van het leven genieten. Als je lekker eet en drinkt en geniet van al je bezit, dan is dat een geschenk van God.
- Daarom denk ik dat het voor een mens het beste is om te genieten. Ook al duurt het leven dat God hem geeft, maar kort. Laat hij maar eten en drinken. Laat hij maar genieten van alles wat hij bezit. Hij heeft er altijd hard voor gewerkt.
- Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
- Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw.
- Daarna dacht God, de Heer: Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past.
- God zei ook: ‘Alle planten en bomen op aarde zijn voor jullie. Jullie mogen de zaden en de vruchten eten.’
- God, de Heer, maakte voor de man en zijn vrouw kleren van dierenvellen. Die kleren moesten ze aantrekken.
- Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten.
- Ik zet mijn boog in de wolken. Dat is het teken van mijn belofte aan jullie en aan alles wat op aarde leeft.
- Toen begrepen ze dat ze naakt waren. Daarom pakten ze grote bladeren van een vijgenboom, en die bonden ze om hun heupen.
- Wie graag rijk wil zijn, heeft nooit genoeg. Wie veel heeft, wil steeds meer hebben. Ook dat is allemaal zinloos.
- Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag.
- Jezus zei: ‘Stel dat je een toren wilt bouwen. Dan ga je eerst bedenken hoeveel dat kost en of je genoeg geld hebt.’
- Jullie hebben mij heel slecht behandeld, maar God heeft het goedgemaakt. Hij heeft ervoor gezorgd dat een heel volk kon blijven leven.
- Leeuwen kunnen doodgaan van de honger,
maar mensen die hulp vragen aan de Heer,
zullen altijd genoeg te eten hebben. - Aan mensen die dorst hadden, gaf hij te drinken.
Aan mensen die honger hadden, gaf hij te eten.
Ze kregen meer dan genoeg. - God geeft je misschien rijkdom en bezit. En hij zorgt ervoor dat je kunt genieten van alles wat je hebt. Je hebt er hard voor gewerkt, en het is een geschenk van God.
- God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk.
- In het begin maakte God de hemel en de aarde.
De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. - Ik beloof dat ik de mensen en de dieren nooit meer zal doden door een grote overstroming. Er zal nooit meer een overstroming komen die de hele aarde verwoest.
- De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal bij je komen. En door de kracht van de allerhoogste God zul je zwanger worden. Daarom zal jouw kind bij God horen, en zal hij Zoon van God genoemd worden.’
- God zei: ‘Nu wil ik mensen maken. Ze moeten op mij lijken. Ze zullen de baas zijn over de vissen in de zee en de vogels in de lucht. En ook over het vee, over alle kleine dieren en over de hele aarde.’
- Jullie mogen ook hun vlees eten. Ik heb jullie al planten gegeven om te eten. Nu mogen jullie ook alle dieren eten. Maar jullie mogen geen vlees eten waar nog bloed in zit. Want bloed betekent leven.
- Onthoud dit goed: Alleen de Heer is jullie God. Hij is betrouwbaar. Hij houdt zich aan zijn beloftes. Hij is goed voor mensen die van hem houden en die zich aan zijn regels houden. En hij zal ook goed zijn voor hun nakomelingen, zelfs voor de duizendste generatie.
- Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God.
- Het is God die zorgt voor zaad om te zaaien en brood om te eten. Hij zal er ook voor zorgen dat jullie meer dan genoeg hebben. En dat jullie steeds meer goeddoen voor anderen.
- En daarna heb ik jullie naar dit mooie land gebracht. Ik gaf jullie meer dan genoeg te eten. Jullie hadden alles wat je nodig had.
Maar toen werden jullie trots, en jullie vergaten mij. - God zegende de mensen. Hij zei: ‘Jullie moeten kinderen krijgen. Zorg ervoor dat er overal op aarde mensen komen. Jullie moeten de baas zijn over de aarde. En ook over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over alle dieren op het land.’
- God heeft de macht om jullie al het goede te schenken. Hij kan jullie alles geven wat je nodig hebt. Zelfs zo veel dat jullie altijd meer dan genoeg hebben, en veel overhouden om andere mensen te steunen.
- Dat moest allemaal zo gebeuren, want in het boek van de profeet Jesaja staan deze woorden van God: «Een jonge vrouw die nog maagd is, zal zwanger worden. Ze zal een zoon krijgen, en hij zal Immanuel genoemd worden.» De naam Immanuel betekent: God is bij ons.
- Maar God heeft hem gestraft voor ons. Gods dienaar is mishandeld voor onze fouten, hij is gedood voor onze zonden. Want wij luisterden niet meer naar God, we leken wel verdwaalde schapen. En Gods dienaar moest onze schuld dragen. Omdat hij gestraft werd, hebben wij nu vrede. Omdat hij geslagen is, zijn wij genezen.
- Johannes zei tegen de mensen: ‘Ik doop jullie met water. Dat laat zien dat jullie je leven willen veranderen. Maar na mij komt iemand die veel machtiger is dan ik. Ik ben niet eens goed genoeg om zijn schoenen uit te trekken. Hij zal jullie dopen met het vuur van de heilige Geest.’
- Van die rib maakte God, de Heer, een vrouw.
Toen bracht God de vrouw naar de mens. De mens riep: ‘Eindelijk een mens, net als ik! Ze is mijn eigen vlees en bloed, want ze is gemaakt uit een deel van mij. Ik noem haar ‘vrouw’.’
Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één. - God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken.
- Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Net zo veel als er sterren aan de hemel zijn. Dit hele gebied zal ik aan je nakomelingen geven. Als de volken op aarde elkaar geluk toewensen, zullen ze zeggen: ‘Ik hoop dat je net zo gelukkig wordt als de nakomelingen van Abraham.’ Zo zal het gaan omdat Abraham naar mij geluisterd heeft. Hij heeft gedaan wat ik wilde. En hij heeft zich gehouden aan mijn opdracht en aan mijn regels.
- De sabbat is een heilige dag. Op die dag moet je uitrusten, je mag dan geen zaken doen. De sabbat is een vrolijke dag, het is een dag om mij te vereren. Op die dag mag je niet bezig zijn met van alles. Je mag geen spullen kopen of verkopen, en je moet geen belangrijke zaken willen bespreken.
Als jullie op die dag uitrusten, zal ik jullie vreugde geven. Jullie zullen het land dat ik aan jullie voorvader Jakob gegeven heb, weer in bezit nemen. En jullie zullen genieten van alles wat op dat land groeit. Dat beloof ik.
Gerelateerde onderwerpen
Genade
Laten we daarom vol...
Vergeving
Als je je vrienden...
Barmhartigheid
Laten we daarom vol...
Bekering
Als de mensen van...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
Voedsel
Aan mensen die dorst...