DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Had'

  • Ik heb nooit naar jonge vrouwen gekeken,
    dat had ik mezelf plechtig beloofd.
  • Nadat Job voor zijn vrienden gebeden had, liet de Heer een nieuwe tijd voor Job beginnen. Toen ging het veel beter met hem. De Heer gaf hem zelfs twee keer zo veel bezit als vroeger.
  • Toen de Heer Jezus dat gezegd had, liet God hem naar de hemel gaan. Daar ging Jezus naast God zitten, aan de rechterkant.
  • Abrahams vrouw Sara kon geen kinderen krijgen en Abraham was al oud. Maar omdat Abraham een groot geloof had, kon hij toch vader worden. Want God had hem nakomelingen beloofd, en Abraham vertrouwde op God.
  • Toen Jezus dat gezegd had, zagen de apostelen hem naar de hemel gaan. Een wolk nam hem mee, zodat ze hem niet meer konden zien.
  • Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen.
  • De Heer is goed voor mij,
    zolang ik leef.
    Dat weet ik zeker.
  • Ik weet hoe het is om arm te zijn, en ik weet hoe het is om rijk te zijn. Ik heb alle situaties meegemaakt: Soms had ik veel te eten, en soms had ik honger. Soms was ik rijk, en soms had ik helemaal niets.
  • Johannes vertelde wat hij gezien had toen hij Jezus doopte. Hij zei: ‘Ik wist eerst niet wie hij was. Maar ik zag dat de heilige Geest uit de hemel naar Jezus toe kwam als een duif, en bij hem bleef. En God had tegen mij gezegd: ‘Jij zult zien dat de heilige Geest uit de hemel naar iemand toe komt, en bij hem blijft. Hij is degene die mensen zal dopen met de heilige Geest.’’
  • Steeds als ik geen moed meer had,
    hebt u mij vol liefde geholpen.
  • Jezus dronk van de wijn, en zei: ‘Mijn werk is klaar.’ Toen boog hij zijn hoofd en stierf.
  • Toen riep Jezus: ‘Vader, mijn leven is in uw handen!’ Dat waren zijn laatste woorden. Zo stierf hij.
  • God zag wat de inwoners van Nineve deden. Hij zag dat ze een eind maakten aan hun slechte gedrag. En hij kreeg medelijden en veranderde zijn plan. Hij had gedreigd de stad te verwoesten, maar hij deed het niet.
  • Ik wilde jullie alleen maar vertellen over Jezus Christus, en over zijn dood aan het kruis!
  • Johannes liep in een jas van kameelhaar, en hij had een leren riem om. Hij leefde van sprinkhanen en honing.
  • Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer.
    En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd.
  • Toen ik het moeilijk had,
    riep ik naar de Heer.
    Hij luisterde naar mij,
    en hij heeft me gered.
  • Ik bad tot God
    en ik zong een lied om hem te eren.
  • Als je geen liefde hebt voor anderen, dan is alles wat je doet, zinloos. Zelfs al verkoop je je bezit, en geef je het geld aan de armen. Zelfs al sterf je in het vuur, omdat je je leven geeft voor de goede zaak.
  • Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’
  • Dit zegt de Heer: ‘Ik zal het volk van Juda sterk maken en de Israëlieten redden. Ik zal voor hen zorgen en hen naar hun land terugbrengen. Ik had hen weggejaagd, maar het zal weer worden zoals vroeger. Ik ben de Heer, hun God, en ik zal naar hun gebeden luisteren.’
  • Aan mensen die dorst hadden, gaf hij te drinken.
    Aan mensen die honger hadden, gaf hij te eten.
    Ze kregen meer dan genoeg.
  • De herders gingen terug naar hun schapen. Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Want alles was precies zoals de engel gezegd had.
  • God, u bent er altijd geweest.
    U was er eerder dan de bergen,
    al voordat de aarde bestond.
    U was er al voordat alles begon,
    en u zult er altijd zijn.
  • Als je geen liefde hebt voor anderen, zijn je woorden zinloos. Zelfs al laat de heilige Geest je alle talen van de wereld spreken, en ook nog de taal van de engelen.
  • Maar door dit betere offer, het bloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein.
    Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom kon hij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaan had. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manier leven en de levende God dienen.
  • De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen.
    Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger.
  • God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus.
  • Hij heeft ons gered. Niet omdat wij dat verdienen door onze goede daden, maar omdat hij medelijden met ons had. Door onze doop zijn we een nieuw leven begonnen. Dankzij de heilige Geest leven we als nieuwe mensen.
  • Mozes bleef weer veertig dagen en nachten daar bij de Heer. Hij at en dronk niets. Hij schreef op de stenen platen de tien belangrijke regels die de Heer gegeven had.
  • Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterkant van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen!
  • En daarna heb ik jullie naar dit mooie land gebracht. Ik gaf jullie meer dan genoeg te eten. Jullie hadden alles wat je nodig had.
    Maar toen werden jullie trots, en jullie vergaten mij.
  • De liefde komt van God. God had ons al lief voordat wij hem liefhadden. Omdat God ons liefhad, heeft hij zijn Zoon naar de wereld gestuurd. Door zijn Zoon worden onze zonden vergeven.
  • Toen Christus gestorven was, kreeg hij alle eer in de hemel. God heeft hem daar hogepriester voor altijd gemaakt. Dankzij Christus kunnen alle mensen die hem gehoorzaam zijn, voor altijd gered worden.
  • Want ik hielp arme en machteloze mensen,
    ik beschermde kinderen zonder vader.
    Aan weduwen gaf ik steun,
    mensen met wie het slecht ging, waren mij dankbaar.
  • Elke dag kwamen ze naar de tempel om samen te zijn. Bij elkaar thuis deelden ze het brood. Vol vreugde aten ze samen, en iedereen was even belangrijk. Ze eerden God, en het hele volk had veel waardering voor hen.
    Elke dag kwamen er meer mensen bij die door God gered waren.
  • Overal in Judea, Galilea en Samaria konden de volgelingen van Jezus nu in vrede leven. Met hulp van de heilige Geest gingen er steeds meer mensen geloven. De kerk groeide, en alle gelovigen leefden zoals de Heer het wilde.
  • Jezus is een veel belangrijkere hogepriester dan de hogepriesters op aarde, want hij is hogepriester in de hemel. Dankzij Jezus geldt voortaan Gods nieuwe, betere afspraak met de mensen. God had beloofd dat het zo zou gebeuren.
  • Hij kwam in de hel en had heel veel pijn. In de verte zag hij Abraham zitten, en daarnaast zat Lazarus. De rijke man riep: ‘Vader Abraham, heb medelijden met mij! Ik heb zo veel pijn in dit vuur! Stuur Lazarus naar me toe. Laat hem met zijn vinger een druppeltje water op mijn tong leggen.’
  • Zolang de zonde macht had over de mensen, moesten alle mensen sterven. Maar nu wordt ons leven bepaald door Gods goedheid. Nu ziet God ons als goede mensen en wil hij ons het eeuwige leven geven, dankzij Jezus Christus, onze Heer.
  • God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk.
  • Bedenk wat Jezus Christus gedaan heeft. Daaraan zien jullie hoe jullie met elkaar om moeten gaan.
  • Voor de troon van God stonden alle mensen die gestorven waren, belangrijke en onbelangrijke mensen. Ze waren teruggehaald uit het land van de dood. Ook de zee had de mensen teruggegeven die verdronken waren.
    Er werden boeken opengedaan waarin de goede en slechte daden van mensen opgeschreven stonden. En alle doden werden beoordeeld op hun daden.
    Ook het boek van het leven werd geopend.
  • Op een sabbat gaf Jezus in de synagoge uitleg over God. Daar was ook een vrouw die een kwade geest in zich had. Die geest maakte haar al achttien jaar ziek. De vrouw was helemaal krom, ze kon niet meer rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep hij haar bij zich en zei: ‘Je bent bevrijd van je ziekte.’ Toen legde hij zijn handen op de vrouw, en meteen kon ze weer rechtop staan. En de vrouw dankte God.
    Maar de leider van de synagoge was kwaad, omdat Jezus de vrouw beter gemaakt had op sabbat. De leider zei tegen de mensen: ‘Er zijn zes dagen waarop we moeten werken. Op die dagen mag je komen om te worden genezen. Maar niet op sabbat.’
    Maar de Heer antwoordde: ‘Wat zijn jullie schijnheilig! Als je koe of je ezel wil drinken, dan geven jullie hem te drinken. Ook al is het sabbat. Maar jullie willen niet dat deze vrouw op sabbat geholpen wordt. Terwijl ze bij het volk van Abraham hoort, en al achttien jaar in de macht van Satan was.’
    Toen Jezus dat zei, schaamden zijn tegenstanders zich. En alle andere mensen waren blij met de geweldige dingen die hij deed.
  • Wij hebben ons niet gehouden aan Gods oude afspraak met ons. Maar Christus is gestorven om ons te bevrijden van alles wat we verkeerd gedaan hebben. Doordat hij zichzelf geofferd heeft, geldt nu Gods nieuwe afspraak. En daarom kunnen wij, die door God uitgekozen zijn, voor eeuwig gered worden. Dat heeft God zelf beloofd.
  • Van die rib maakte God, de Heer, een vrouw.
    Toen bracht God de vrouw naar de mens. De mens riep: ‘Eindelijk een mens, net als ik! Ze is mijn eigen vlees en bloed, want ze is gemaakt uit een deel van mij. Ik noem haar ‘vrouw’.’
    Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één.
  • Toen Job dat hoorde, scheurde hij van verdriet zijn kleren kapot. Hij knipte zijn hoofd helemaal kaal, en liet zich van ellende op de grond vallen. Hij zei: ‘Ik had niets toen ik geboren werd. Ik zal ook niets hebben als ik begraven word. De Heer heeft mij alles gegeven, en de Heer heeft alles weer van mij afgenomen. Toch blijf ik de Heer danken!’
  • God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken.
  • Toen de gelovigen dat hoorden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Daarna legde Paulus zijn handen op hun hoofd, en zo kregen ze de heilige Geest. Die zorgde ervoor dat ze in verschillende talen gingen spreken. In al die talen vertelden ze over de plannen van God.
  • Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien.