- Waar kan ik heen gaan
zonder dat u het merkt?
Waar kan ik heen vluchten
zonder dat u mij ziet?
Ik kan wel naar de hemel klimmen,
maar dan bent u daar.
Ik kan wel afdalen
naar het land van de dood,
maar daar bent u ook. - Iedereen die dorst heeft, zal ik te drinken geven. Iedereen die geen kracht meer heeft, maak ik weer sterk.
- Als ik blijf denken aan uw woorden,
zal mijn leven niet moeilijk zijn. - Ik zeg tegen u:
U bent mijn Heer,
ik vind mijn geluk alleen bij u. - Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord.
Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. - Ik zal zorgen dat de volken weer eerbied voor mij krijgen. Ik zal ze laten zien dat ik een heilige God ben. Want ik ga jullie weghalen uit de landen waar jullie terechtgekomen zijn. Ik zal jullie bij elkaar brengen, en weer terug laten gaan naar je eigen land. Dan zullen de volken begrijpen dat ik de Heer ben.
- Ik wil bij u zijn,
ik verlang naar u,
zoals droog land verlangt naar regen. - Alleen bij God zoek ik rust.
Ik verwacht mijn hulp van hem. - Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer.
Elke ochtend bid ik tot u,
en dan wacht ik op antwoord. - Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd.
- Luister goed en doe wat ik jullie zeg. Dan zal ik jullie leren wat wijsheid is, dan zal ik mijn kennis aan jullie doorgeven.
- Zolang ik leef, zal ik Christus dienen. En zolang ik op aarde ben, kan ik goed werk doen. Maar als ik sterf, zal ik bij Christus zijn. Dat is nog veel beter!
- Ik ben wanhopig, Heer!
Daarom roep ik naar u.
Heer, hoor mijn stem,
luister naar mij,
hoor hoe ik smeek! - Ik vertel jullie al deze dingen, omdat ik wil dat jullie dezelfde vreugde voelen als ik. Ik wil dat jullie vreugde volmaakt is.
- Heer, u laat mij veilig wonen.
Ik hoef niet bang te zijn,
ik kan rustig slapen. - De Heer helpt mij altijd,
hij is als een licht in het donker.
Ik ben voor niemand bang.
Bij de Heer ben ik veilig,
daarom heb ik geen angst. - Ik heb de Heer lief,
want hij luistert naar mij.
Als ik om hulp roep,
geeft hij mij antwoord.
Ik blijf tot hem bidden,
mijn leven lang. - Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn.
- Denk niet dat ik vrede kom brengen op aarde. Nee, ik breng geen vrede, maar vijandschap.
- Bij de Heer ben ik veilig,
hij is de allerhoogste God.
Bij hem vind ik rust,
hij is de machtige God.
Daarom zeg ik tegen hem:
‘U beschermt me,
ik hoef niet bang te zijn.
Op u vertrouw ik.’ - Heer, u beschermt me, u bevrijdt me.
Daarom zing ik en juich ik. - Jezus zei: ‘Ik zal nog maar een korte tijd bij jullie zijn. Daarna ga ik terug naar degene die mij gestuurd heeft.’
- Wat zou ik het beste vinden? Dat kan ik niet zeggen, want ik wil het allebei. Het liefste wil ik sterven, zodat ik bij Christus zal zijn. Dat is natuurlijk het beste. Maar voor jullie is het beter dat ik nog blijf leven.
- Maar God kent mij, hij weet hoe ik leef.
Als hij in mijn hart naar kwaad zou zoeken,
dan zou hij alleen goede dingen vinden.
Ik heb altijd naar hem geluisterd,
ik heb altijd geleefd zoals hij het wil. - Heer, hoor mijn gebed.
Hoor hoe ik om hulp roep,
hoor hoe ik huil.
Ik ben maar kort op aarde,
net zoals mijn voorouders.
Ik ben hier niet voor altijd.
Gerelateerde onderwerpen
Veiligheid
De Heer is trouw...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Luisteren
Vrienden, bedenk dit goed...
Overlijden
Jezus zei: ‘Ik ben...
God
De Heer, jullie God...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...