Bijbelteksten over 'Lippen'
Neem nooit leugens in de mond, laat geen bedrog over je lippen komen. | Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. |
Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. | Behoed je tong voor het kwaad en je lippen voor het spreken van bedrog. |
Bevrijd mijn ziel, HEER, van lippen die liegen, van de tong die bedriegt. | HEERE, red mijn ziel van de valse lippen, van de tong vol bedrog. |
Mijn lippen zullen juichen wanneer ik voor U zing, ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost. | Mijn lippen zullen vrolijk zingen, wanneer ik psalmen voor U zal zingen, mijn ziel, die U verlost hebt. |
Wie zijn tong in toom houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. | Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. |
De woorden die de wijze in de mond neemt, geven hem respect; wat er van de lippen van de dwaas komt, stort hem in het ongeluk. | Woorden uit de mond van een wijze zijn aangenaam, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. |
Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven. | Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen. Zo zal ik U loven in mijn leven, in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen. |
Laat geen verderfelijke taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort. | Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. |
Immers: ‘Wie het leven liefheeft en goede jaren wil genieten, laat hij zijn tong behoeden voor het kwaad en zijn lippen voor woorden van bedrog, laat hij het kwaad mijden en doen wat goed is, laat hij naar vrede streven en die najagen.’ | Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen. |
Een wijze laat zich gezeggen, een blaaskaak komt ten val. | Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. |
Een zwijgende dwaas houdt men voor wijs, zolang hij zijn mond houdt, lijkt hij verstandig. | Zelfs een dwaas die zwijgt, wordt wijs geacht, wie zijn lippen op elkaar houdt, verstandig. |
Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig. | In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. |
De geboden die Hij voorschreef heb ik nageleefd, de woorden die Hij sprak heb ik het meest van al gekoesterd. | Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. |
Wie rechtvaardig is, kiest het juiste woord, een goddeloze neemt slechts leugens in de mond. | De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is, maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. |
Kom met woorden van berouw en keer terug naar de HEER. Zeg tegen Hem: ‘Vergeef ons al onze misdaden. Neem wat goed is van ons aan. Als offer brengen wij U oprechte woorden.’ | Neem deze woorden met u mee, bekeer u tot de HEERE. Zeg tegen Hem: Neem alle ongerechtigheid weg, neem het goede aan. Dan zullen wij de offers van onze lippen nakomen. |
Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas. | Wie haat toedekt, heeft valse lippen, en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas. |
Bedriegers zijn de HEER een gruwel, betrouwbare mensen zijn Hem welgevallig. | Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel, maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig. |
Elke inspanning levert iets op, loze praatjes leiden enkel tot gebrek. | Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek. |
Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste. | Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent, die met zijn hart de waarheid spreekt. Die met zijn tong niet lastert, zijn vrienden geen kwaad doet en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt. |
Bijbeltekst van de dag
Pas als het goede nieuws van het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.Willekeurige Bijbeltekst
Hoe goed is het, hoe heerlijkals broeders bijeen te wonen!Volgende tekst!Met afbeelding