Bijbelteksten over 'Roept'
Hij die u roept is trouw en komt zijn belofte na. | God wil dat jullie bij hem horen. Hij is trouw, en hij doet wat hij belooft. |
Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God in Christus Jezus roept. | God wil mij naar de hemel halen omdat ik Jezus Christus dien. Ik doe mijn uiterste best om die beloning te krijgen. |
God slaat echter geen acht op de tijd waarin men Hem niet kende, maar roept nu overal alle mensen op tot inkeer te komen. | Paulus eindigde zijn toespraak met deze woorden: ‘Lange tijd leefden de mensen zonder God te kennen. God heeft hen daar niet voor gestraft. Maar nu wil God dat alle mensen gaan doen wat hij wil. Iedereen moet een nieuw leven beginnen.’ |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. |
Wie heeft dat tot stand gebracht? Wie roept de generaties vanaf het begin? Ik, de HEER, Ik was de eerste en ook bij de laatsten zal Ik zijn. | Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn. |
Al vragen zij niet naar Mij, toch laat Ik me raadplegen, en al zoeken ze Mij niet, toch laat Ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord Ik: ‘Hier ben Ik, hier ben Ik.’ | De Heer zegt: ‘Mijn volk heeft mij niet om raad gevraagd, maar toch ben ik er voor hen. Mijn volk bidt niet tot mij, maar toch zeg ik tegen hen: ‘Hier ben ik, hier!’’ |
De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. | Overal om mij heen is water. Overal hoor ik water stromen, met veel geweld komt het omlaag. Ik voel me door God verlaten. |
Allen die Hem aanroepen is de HEER nabij, die Hem roepen in vast vertrouwen. | De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen, dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen. |
Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
Zoek de HEER nu Hij zich laat vinden, roep Hem terwijl Hij nabij is. | Volk van Israël! Zoek de Heer, want nu kun je hem nog vinden. Roep de Heer, hij is niet ver weg. |
Wie zijn tong in toom houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. | Als je nadenkt voordat je iets zegt, bescherm je jezelf, maar als je zomaar dingen roept, loopt het slecht met je af. |
Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. | Jeremia, vraag me wat er gaat gebeuren, dan zal ik je antwoord geven. Ik ga je belangrijke dingen vertellen. Dingen die voor mensen verborgen zijn, en die ook jij niet weet. |
Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.’ | Als de nieuwe koning komt, zullen ze zeggen: ‘Dank de Heer! Maak overal bekend wie hij is. Vertel aan alle volken wat hij gedaan heeft.’ |
Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ | Iedereen wacht op het goede nieuws. Iedereen wacht op de snelle boodschapper die over de bergen komt. De mensen zijn blij als hij komt. Hij zegt dat er vrede komt, en dat God de mensen zal bevrijden. Hij roept naar de inwoners van Jeruzalem: ‘Jullie God is koning!’ |
Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered. | Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. |
Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ | Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» |
U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die U aanroept. | U bent goed en vol liefde, u vergeeft mensen die tot u bidden. |
Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept. | Waarom twijfel je nog? Sta op en laat je dopen. Als je tot Jezus bidt, dan zal het water van je doop je zonden wegwassen. |
Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. | God heeft zijn woning gebouwd in de hemel, en die hemel steunt op de aarde. God laat het water van de zee opstijgen, en hij laat het weer neerkomen op de aarde. Zijn naam is: Heer. |
Bijbeltekst van de dag
Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’Willekeurige Bijbeltekst
Al zal de vijgenboom niet bloeien,al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt.Volgende tekst!Met afbeelding