DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Uit'

  • Als christen ben je opnieuw geboren. Niet op de gewone manier, uit een vader en een moeder. Maar op een hemelse manier, uit God. Want jullie hebben naar God geluisterd. Zijn woorden verliezen nooit hun kracht en blijven altijd bestaan.
  • En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot.’
  • Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden!
  • Blijf uit de buurt van het kwaad,
    en zorg dat je goed en eerlijk leeft.
  • Jezus zei: ‘Wie op een gewone, menselijke manier geboren wordt, zal een keer sterven. Maar wie geboren wordt door de Geest, zal eeuwig leven.’
  • Vader, ik vraag u niet om mijn leerlingen uit deze wereld weg te halen. Ik vraag u om hen te beschermen tegen de macht van het kwaad.
  • Toen nam Jezus de leerlingen mee de stad uit, tot bij het dorp Betanië. Hij stak zijn armen uit en zegende hen. En terwijl hij dat deed, ging hij weg. God haalde hem naar de hemel.
  • Maar de jonge man zei: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Ik weet dat jullie op zoek zijn naar Jezus uit Nazaret. Hij is gestorven aan het kruis. Maar hij is opgestaan uit de dood. Hij is niet hier. Kijk, hier heeft hij gelegen.’
  • Ook Jozef moest op reis. Hij ging van Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Want hij kwam uit de familie van David, en David kwam uit Betlehem. Jozef ging samen met Maria naar Betlehem. Maria zou met Jozef gaan trouwen, en ze was zwanger.
  • Christus is het hoofd van de kerk. Met hem is de kerk begonnen, toen hij als eerste opstond uit de dood. Alles is met hem begonnen!
  • Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden.
  • God heeft Jezus Christus laten opstaan uit de dood. En God zal ook aan ons, sterfelijke mensen, het eeuwige leven geven. Dat weten we zeker, want zijn Geest is nu al in ons gekomen.
  • Het hele volk liet zich dopen. Ook Jezus werd gedoopt. Toen hij na de doop aan het bidden was, ging de hemel open. Uit de hemel kwam de heilige Geest naar Jezus toe, in de vorm van een duif. En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Jij alleen bent mijn Zoon. Mijn liefde voor jou is groot.’
  • Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’
  • De Heer luistert
    als mensen om hulp roepen.
    Hij redt hen uit alle gevaar.
    De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben,
    hij helpt mensen die de moed verliezen.
  • Jezus is hier niet. Hij is opgestaan uit de dood. Weten jullie nog wat hij in Galilea gezegd heeft? Hij zei: ‘Ik, de Mensenzoon, zal door slechte mensen gevangengenomen worden. Ze zullen mij aan het kruis laten sterven. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’
  • Spreek mijn naam niet zomaar uit, zonder nadenken. Als iemand dat toch doet, zal ik hem straffen.
  • Jullie moeten heilig zijn, omdat ik, de Heer, heilig ben. En ik heb jullie uitgekozen uit alle volken.
  • Alle mensen die de Heer liefhebben,
    moeten het kwaad haten.
    De Heer beschermt zijn volk,
    hij beschermt de mensen die hem trouw zijn.
    Hij redt hen uit de macht van zijn vijanden.
  • Ik wil Christus van dichtbij kennen. Ik wil sterven, net als hij, en zo één met hem worden in het lijden. Ik hoop dat ik dan ook de kracht zal voelen waarmee God Christus uit de dood liet opstaan. Ja, ik hoop dat God ook mij uit de dood zal laten opstaan.
  • Tijdens het eten nam Jezus een brood. Hij dankte God, brak het brood in stukken en deelde het uit. Hij zei: ‘Kijk, dit is mijn lichaam. Eet ervan.’
  • Heer, u bent onze vader, u hebt ons gemaakt! U hebt ons gevormd, zoals een pottenbakker iets moois vormt uit klei.
  • Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan, en ze riepen: ‘Alle eer aan God! Leve de Zoon van David! Leve de man die door God gestuurd is! Alle eer aan God in de hemel!’
  • Terwijl Petrus dat zei, kwam er een stralend lichte wolk boven hen. En uit die wolk klonk Gods stem, die zei: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot. Luister naar hem!’
  • De andere leerling ging nu ook het graf in. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij dat Jezus was opgestaan. In de heilige boeken stond al dat Jezus moest opstaan uit de dood. Maar dat hadden de leerlingen nog niet begrepen.
  • Zo gaat het ook met de woorden die uit mijn mond komen. Ze komen pas weer bij mij terug als ze hun doel bereikt hebben. Mijn woorden komen pas terug als ze ook daden geworden zijn.
  • Als jullie volhouden, zullen ook jullie die witte kleren dragen. Ik zal jullie naam dan niet wegstrepen uit het boek van het leven. Maar ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat jullie bij mij horen.
  • Stel dat je rechteroog iets slechts ziet. Iets dat jou weghaalt bij God. Ruk je oog dan uit en gooi het weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel terecht.
  • Wees niet eigenwijs, maar heb eerbied voor de Heer. Blijf uit de buurt van slechte mensen en doe geen kwaad. Dan zul je sterk en gezond zijn.
  • Ook zei hij: ‘Pas op voor het verlangen naar steeds meer bezit. Kijk daarvoor uit. Je kunt heel veel bezitten, maar je leven kun je nooit bezitten.’
  • De Heer zegt: ‘Luister, Betlehem in Efrata. Jij bent één van de kleinste steden van Juda. Toch zal er uit Betlehem iemand komen die namens mij leider zal zijn van Israël. Hij zal afstammen van een heel oude familie.’
  • Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God.
  • Hij redde ons allemaal uit de macht van het kwaad. En hij bracht ons in de nieuwe wereld van zijn Zoon Christus, van wie hij zo veel houdt. Omdat we bij Christus horen, zijn we gered en zijn onze zonden vergeven.
  • Maar jullie hebben eerbied voor mij. Voor jullie zal op die dag de zon opgaan. En die zon zal geluk en vrede brengen. Jullie zullen net zo vrolijk zijn als kalveren die losgelaten worden uit de stal.
  • Toen nam Jezus een brood. Hij dankte God. Hij brak het brood in stukken, deelde het uit en zei: ‘Kijk, dit is mijn lichaam. Ik zal sterven voor jullie. Houd deze maaltijd steeds opnieuw om aan mij te blijven denken.’
  • Jullie letten goed op de fouten van anderen. Maar je eigen fouten zie je niet. Het is alsof je een splinter ziet in het oog van een ander, maar niet ziet dat er in je eigen oog een balk zit. Je zegt tegen die ander: ‘Kom, ik haal die splinter wel even uit je oog.’ Doe niet zo schijnheilig! Haal eerst die balk uit je eigen oog. Dan kun je zelf weer goed zien. En pas dan kun je de splinter uit het oog van de ander halen.
  • Luister goed, jullie slechte mensen, jullie die twijfelen aan Gods macht! Doe het kwaad weg uit je hart, en ga een heilig leven leiden.
  • Wij kiezen niet voor het aardse, maar voor het hemelse leven. Want wij verwachten uit de hemel onze redder, de Heer Jezus Christus.
  • Ik wil bij u zijn,
    ik verlang naar u,
    zoals droog land verlangt naar regen.
  • Jezus werd geboren in Betlehem, een stad in Judea. Herodes was op dat moment koning.
    Niet lang na de geboorte van Jezus kwamen er wijze mannen in Jeruzalem aan. Ze kwamen uit het oosten, uit een ver land. Ze vroegen aan de mensen in Jeruzalem: ‘Waar is de koning van de Joden die kortgeleden geboren is? We hebben zijn ster gezien. Die kwam aan de hemel omhoog. En nu zijn we gekomen om de nieuwe koning te eren.’
  • Petrus en ik zijn geen mensen uit ongelovige volken. Wij zijn Joden. Maar wij weten: God redt mensen alleen omdat ze geloven in Jezus Christus. En niet omdat ze zich aan de Joodse wet houden. Daarom zijn ook wij in Jezus Christus gaan geloven. En daardoor ziet God ons niet langer als slechte mensen. Ik zeg het nog een keer: Geen mens kan gered worden door zich aan de Joodse wet te houden.
  • Toen het Joodse Pinksterfeest begon, waren alle gelovigen bij elkaar in een huis. Opeens kwam er uit de hemel een vreemd geluid. Het klonk alsof het hard begon te waaien. Het was overal in huis te horen.
  • Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Want Gods liefde is zo groot, dat hij Jezus Christus liet opstaan uit de dood. Daardoor is ons leven veranderd en zijn wij nieuwe mensen geworden. Nu kunnen we altijd op hem vertrouwen.
  • Jullie lijken op de goede takken die kort gemaakt zijn. Want door mijn woorden is het slechte uit jullie weggehaald, en zijn jullie rein geworden.
  • Het menselijk lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die verschillende delen vormen samen dat ene lichaam. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus.
  • Zo zegt een goed mens goede dingen omdat hij van binnen goed is. En een slecht mens zegt slechte dingen omdat hij van binnen slecht is. Je woorden laten zien hoe je van binnen bent!
  • God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk.
  • Van die rib maakte God, de Heer, een vrouw.
    Toen bracht God de vrouw naar de mens. De mens riep: ‘Eindelijk een mens, net als ik! Ze is mijn eigen vlees en bloed, want ze is gemaakt uit een deel van mij. Ik noem haar ‘vrouw’.’
    Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één.
  • Toen ik het moeilijk had,
    riep ik naar de Heer.
    Hij luisterde naar mij,
    en hij heeft me gered.
  • Jullie zijn door God uitgekozen, en jullie horen bij hem. Nu zijn jullie een heilig volk, een volk van priesters. God heeft jullie uit de duisternis geroepen om te leven in zijn schitterende licht. Nu kunnen jullie iedereen vertellen over de grote wonderen van God.