Bijbelteksten over 'Doen'

«»

• En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede?
  1 Petrus 3:13goedheidkwaadwerken
• Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat.
  Lucas 6:33rechtvaardigheidbeloning
• Ik heb lust om uw wil te doen, mijn God,
  uw wet is in mijn binnenste.
  Psalm 40:9gehoorzaamheidwethart
• De Here is met mij, ik zal niet vrezen;
  wat zou een mens mij doen?
  Psalm 118:6angstbescherming
• Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.
  1 Tessalonicenzen 5:24roepingtrouwWoord van God
• Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven? Derhalve is het geoorloofd op de sabbat wèl te doen.
  Matteüs 12:12sabbatwaardevol
• Het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen,
  om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.
  Psalm 34:17kwaadzonde
• Gerechtigheid en recht doen,
  is de Here welgevalliger dan offers.
  Spreuken 21:3eerlijkheidrechtvaardigheidoffer
• Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God,
  uw goede Geest geleide mij in een effen land.
  Psalm 143:10lerenGeestgehoorzaamheid
• En wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde.
  Johannes 14:13JezusVaderbidden
• Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.
  Johannes 14:12geloofwerkenhemelvaart
• Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen.
  Jesaja 1:16zondereinigingkwaad
• Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.
  Galaten 6:9rechtvaardigheidbeloninggeduld
• En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen.
  Lucas 23:34kruisigingvergevingpasen
• Leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe.
  Jesaja 1:17rechtvaardigheidnaasteweduwen
• Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen:
  De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen;
  wat zou een mens mij doen?
  Hebreeën 13:6vertrouwenangstbescherming
• Onthoud het goed niet aan wie het toekomt,
  terwijl het in uw macht is het te doen.
  Spreuken 3:27eerlijkheidgevenschulden
• Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem,
  en Hij zal het maken;
  Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht,
  en uw recht als de middag.
  Psalm 37:5-6vertrouwenrechtvaardigheidleven
• God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben.
  Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?
  Numeri 23:19Godbetrouwbaarheidbeloften
• Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
  Johannes 15:5beloningJezusafhankelijkheid
• Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen,
  en zijn oren tot hun smeking,
  maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen.
  1 Petrus 3:12rechtvaardigheidbiddenluisteren
• Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten.
  Matteüs 7:12wetnaasterelaties
• Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, dan zult gij u verlustigen in de Here en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des Heren heeft het gesproken.
  Jesaja 58:13-14sabbat
• Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.
  Johannes 1:18JezusVadernabijheid
• Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten.
  Galaten 6:10vriendelijkheidnaastegoedheid