U bent altijd goed geweest voor uw volk. Wees dan nu ook goed voor mij. Toen ik jong was, heb ik veel verkeerd gedaan. Heer, vergeet het! Denk daar niet meer aan. U bent toch goed en trouw? | Denk aan uw barmhartigheid, HEER, aan uw liefde door de eeuwen heen. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, maar denk met liefde aan mij, HEER, omwille van uw goedheid. |
Jezus zei verder: ‘Je moet andere mensen hun fouten vergeven. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven.’ | Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. |
Toen zei Jezus tegen hen: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Iedereen die verkeerde dingen doet, is een slaaf van de zonde.’ | Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde.’ |
Als je je laat leiden door slechte verlangens, blijft er niets van je over. Maar als je je laat leiden door de heilige Geest, krijg je het eeuwige leven. | Wie zaait op de akker van zijn aardse natuur, zal verderf oogsten, maar wie zaait op de akker van de Geest, oogst eeuwig leven. |
U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. | Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven, wiens zonden worden bedekt. |
Als je je laat leiden door je slechte verlangens, kun je niet doen wat God wil. | Wie beheerst wordt door het aardse, kan God niet behagen. |
Wie gehoorzaam is aan de zonde, krijgt als beloning de dood. Maar wie bij God hoort, krijgt het geschenk dat God ons wil geven: het eeuwige leven, dankzij onze Heer Jezus Christus. | Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer. |
Aan goede mensen blijft iedereen met vreugde denken, maar slechte mensen worden voor altijd vergeten. | De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. |
Nu moeten jullie je leven veranderen en weer doen wat God wil. Dan zal hij jullie alles vergeven wat jullie verkeerd gedaan hebben. | Kom tot inkeer, keer terug naar God om vergeving te krijgen voor uw zonden. |
Als je boos bent, ga dan geen verkeerde dingen doen. Maar zorg ervoor dat je boosheid snel weer verdwijnt, dan kan de duivel geen invloed op je krijgen. | Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans. |
Nu heeft de dood nog macht over ons. Dat komt door de zonde. Want de zonde verleidt de mensen om alles te doen wat de wet verbiedt. En daardoor moeten alle mensen sterven. | De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. |
Als iemand weet dat hij iets verkeerds gedaan heeft, moet hij dat in het openbaar zeggen. Hij moet zijn fout toegeven. | De betreffende persoon moet, zodra hij zich van zijn schuld bewust wordt, openlijk uitspreken wat hij misdaan heeft. |
Wat is nu de conclusie? Moeten we verkeerde dingen blijven doen, zodat God steeds kan laten zien hoe goed hij voor ons is? Nee, natuurlijk niet! De zonde heeft geen macht meer over ons. Dan moeten wij dus ook niet doorgaan met het doen van verkeerde dingen! | Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? |
Maak daarom een einde aan het kwaad dat jullie doen! Zorg ervoor dat jullie niet voor je fouten gestraft worden. | Kom tot inkeer; bega geen misdaden meer, anders brengen die jullie ten val. |
Dan vergeef ik hun fouten, en vergeet ik hun zonden. | Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal Ik niet meer denken. |
Soms denken mensen dat ze goed leven, maar als ze sterven, blijkt dat ze slecht geleefd hebben. | Soms denkt een mens de juiste weg te gaan, terwijl die eindigt bij de dood. |
Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen. | En wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel zondigt al vanaf het begin. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. |
Laat je leiden door de heilige Geest. Geef niet toe aan je eigen slechte verlangens. | Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten. |
Jullie mogen de wereld en alles wat daar normaal is, niet liefhebben. Want als iemand de wereld liefheeft, dan is de liefde van de Vader niet in hem. | Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. |
De wet is trouwens niet in strijd met de belofte. Want we leren uit de wet dat we allemaal slechte mensen zijn. Maar de wet zorgt er niet voor dat we goede mensen worden en eeuwig leven krijgen. Nee, om te krijgen wat God beloofd heeft, moeten we geloven in Jezus Christus. | Maar de Schrift heeft alles in de macht van de zonde gelegd, zodat de belofte kon worden gegeven op grond van geloof in Jezus Christus, aan wie op Hem vertrouwen. |
Stel dat iemand per ongeluk iets verkeerds doet, iets dat de Heer verboden heeft. Dan is die persoon schuldig. Ook al doet hij het per ongeluk, hij is toch schuldig. | Wie zonder het te weten zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, is strafbaar. |
Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. | Wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken. |
Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen. | Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden. |
Jezus Christus was zonder zonde. Maar God liet hem de straf voor onze zonden dragen. Dat deed God voor ons. En nu ziet hij ons als goede mensen, omdat we bij Christus horen. | Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden. |
Mensen die zomaar iets zeggen, doen snel domme dingen, maar mensen die eerst rustig nadenken, zijn verstandig. | Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig. |
Bijbeltekst van de dag
Je weet toch dat ik mijn Vader om hulp kan vragen? Dan zou hij mij meteen een enorm leger van engelen sturen.Willekeurige Bijbeltekst
Een vriend blijft je altijd trouw.Een broer of zus helpt je in moeilijke tijden.Volgende tekst!Met afbeelding