- Deuteronomium 1
- Deuteronomium 2
- Deuteronomium 3
- Deuteronomium 4
- Deuteronomium 5
- Deuteronomium 6
- Deuteronomium 7
- Deuteronomium 8
- Deuteronomium 9
- Deuteronomium 10
- Deuteronomium 11
- Deuteronomium 12
- Deuteronomium 13
- Deuteronomium 14
- Deuteronomium 15
- Deuteronomium 16
- Deuteronomium 17
- Deuteronomium 18
- Deuteronomium 19
- Deuteronomium 20
- Deuteronomium 21
- Deuteronomium 22
- Deuteronomium 23
- Deuteronomium 24
- Deuteronomium 25
- Deuteronomium 26
- Deuteronomium 27
- Deuteronomium 28
- Deuteronomium 29
- Deuteronomium 30
- Deuteronomium 31
- Deuteronomium 32
- Deuteronomium 33
- Deuteronomium 34
- Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.
- Want de Here zelf zal vóór u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt.
- Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
- Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten.
- Indien gij dan aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en al zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zal de Here, uw God, u verheffen boven alle volken der aarde.
- Opdat gij zoudt weten, dat de Here, uw God, de enige God is, de trouwe God, die het verbond en de goedertierenheid houdt jegens wie Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden, tot in duizend geslachten.
- En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
- Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
- De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen.
- Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan!
Gerelateerde onderwerpen
Wet
Wat ik u heden...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Zegen
De HERE zegene u...
Volgen
Heel de weg, die...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
God
De HERE, uw God...