Vertrouw bij je werk op de HEER, en je plannen zullen slagen. | Vertrouw op de Heer bij alles wat je doet. Dan zullen al je plannen slagen. |
Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. | Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. |
Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult waardering ondervinden. | Wees altijd goed en trouw. Denk steeds aan mijn lessen, denk er altijd aan. Dan zullen God en de mensen van je houden. Ze zullen respect voor je hebben. |
Wie fouten toedekt, streeft vriendschap na, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn vrienden. | Als je je vrienden niet wilt verliezen, moet je hun fouten vergeven. Want anders raak je de vriendschap kwijt. |
Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. | Denk altijd goed na voordat je iets zegt. Dat is het belangrijkste in je leven. |
Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is. | Leer jonge kinderen al om goed te leven. Dan zullen ze later ook een goed leven leiden. |
Een gulle gever zal gedijen, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen. | Als je veel weggeeft, krijg je ook veel terug. Als je anderen te drinken geeft, zul je zelf geen dorst hebben. |
Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft ontvangt leven, voorspoed en eer. | Als je eerlijk en trouw bent, zul je leven. En andere mensen zullen goed voor jou zijn. |
Zoals water het gezicht weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart de mens. | Als je in het water kijkt, zie je je gezicht. Als je in iemands hart kijkt, zie je zijn karakter. |
Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood. | Een vriend blijft je altijd trouw. Een broer of zus helpt je in moeilijke tijden. |