Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” | Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. |
Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. | Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. |
Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen. | Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. |
Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. | Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond. |
God, de HEER, is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten snel als hinden, Hij laat mij over toppen van bergen gaan. | De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten. |
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. | Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. |
Dan zal de HEER, uw God, u zeker zegenen, zoals Hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf hoeft u niet te lenen. U zult over veel volken macht uitoefenen, maar zij niet over u. | Wanneer de Here, uw God, u zegent, zoals Hij u beloofd heeft, dan zult gij aan vele volken lenen, maar zelf zult gij niet ter leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. |
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. | De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des heiligen Geestes zij met u allen. |
Ik zal dat hele gebied en het land rondom mijn heuvel zegenen, en Ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft. | Ik zal die, ja al wat rondom mijn heuvel ligt, tot een zegen stellen; Ik zal de regen doen neerdalen op zijn tijd, zegenbrengende regens zullen het zijn. |
U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging aan God. | Terwijl gij in alles verrijkt wordt tot alle onbekrompenheid, welke door onze bemiddeling dankzegging aan God bewerkt. |
Moge God ons zegenen opdat de einden der aarde ontzag hebben voor Hem. | God zegent ons, opdat alle einden der aarde Hem vrezen. |
Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. | Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. |
De HEER zal macht aan zijn volk verlenen, de HEER zal zijn volk zegenen met vrede. | De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede. |
Moge de God van de vrede, die onze Heer Jezus, de machtige herder van de schapen, door het bloed van het eeuwig verbond uit het dodenrijk heeft weggeleid, u toerusten met al het goede, zodat u zijn wil kunt doen. Moge Hij in ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is, door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. | De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Wie een vrouw gevonden heeft, heeft geluk gevonden, hij ontvangt de gunst van de HEER. | Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven. |
De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof. | Ik wil de Here te allen tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond. |
Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. | Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn. |
Ja, de HEER vindt vreugde in zijn volk, Hij kroont de vernederden met de zege. | Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. |
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. |
Bij U, HEER, is redding, uw zegen rust op uw volk. sela | De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. sela |
Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ | Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven. |
De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. | De genade van de Here Jezus zij met allen. |
Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. | Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. |
Houd je aan je verplichtingen tegenover de HEER, je God: gehoorzaam Hem en neem zijn bepalingen, geboden, rechtsregels en voorschriften in acht, zoals die zijn vastgelegd in de wetten van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt. | En neem uw plicht jegens de Here, uw God, in acht: wandel op zijn wegen en onderhoud zijn inzettingen, geboden, verordeningen en getuigenissen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat gij voorspoedig volvoeren moogt alles wat gij doet en alles wat gij onderneemt. |