- Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut het juiste moment; laat wat u zegt altijd aantrekkelijk zijn, sprankelend, en weet hoe u op iedereen moet reageren.
- Ik zal dat hele gebied en het land rondom mijn heuvel zegenen, en Ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft.
- Dit zegt Hij die hoog is en verheven,
die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam:
In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen
met hen die gebroken zijn en nederig van geest,
opdat de nederige geest herleeft,
opdat het verbrijzelde hart tot leven komt. - Ik spoor u aan, broeders en zusters, op te passen voor degenen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan, en die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd. Ga hun uit de weg.
- Hij waakt over de paden van het recht
en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. - Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn.
- Jezus zei: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.’
- Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de HEER zal hem steeds weer bevrijden. - Laat die kinderen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.
- Gelukkig de treurenden,
want zij zullen getroost worden. - Een rijkaard denkt dat zijn bezit een vesting is,
achter een muur waant hij zich veilig. - Bezorgdheid maakt een mens neerslachtig,
een hartelijk woord beurt hem op. - Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte,
een burcht in tijden van nood. - Ik zal je zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en dit hele gebied aan hen geven, en dankzij jouw nakomelingen zullen alle volken op aarde zich gezegend noemen. Want Abraham heeft naar Mij geluisterd en zich gehouden aan wat Ik hem opdroeg, aan mijn geboden, voorschriften en regels.
- Het oog van de HEER rust op wie Hem vrezen
en hopen op zijn trouw. - Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. - Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft,
de natie die Hij verkoos als de zijne. - Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.
- En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.
- Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
- Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één.
- De HEER redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij Hem. - God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden.
- Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om Mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan.
- De HEER is goed,
een vesting in tijden van nood,
Hij kent wie bij Hem schuilen.