Bijbelteksten over 'Hen'
- Hij zond Zijn woord uit, genas hen
en bevrijdde hen uit hun grafkuilen. - Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
- Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel.
- Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze.
- Ik zal het huis van Juda versterken,
en het huis van Jozef zal Ik verlossen.
Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd.
Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had.
Ik ben immers de HEERE, hun God:
Ik zal hen verhoren! - En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen.
- Door Uw grote barmhartigheid hebt U hen niet vernietigd en hebt U hen niet verlaten, want U bent een genadig en barmhartig God.
- En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken.
- Maar Jezus keek hen aan en zei tegen hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
- Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
- Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan.
- Want zij hebben het land niet door hun zwaard in bezit genomen
en hún arm heeft hun geen verlossing gegeven,
maar Uw rechterhand, Uw arm
en het licht van Uw aangezicht, omdat U hun goedgezind was. - Genees de zieken die daar zijn, en zeg tegen hen: Het Koninkrijk van God is dicht bij u gekomen.
- Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.
- En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.
- Maar Jezus keek hen aan en zei: Bij de mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk.
- U immers zegent de rechtvaardige, HEERE;
U omringt hem met goedgunstigheid als met een schild. - En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!
- Wie Uw wet liefhebben, hebben diepe vrede;
voor hen ligt er geen struikelblok. - Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.
- En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals op ons in het begin.
- Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen,
Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten.
Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep
heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik. - Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
- U die de HEERE liefhebt, haat het kwade.
Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen,
Hij redt hen uit de hand van de goddelozen. - En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.
- Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.
- Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.
- Het aangezicht van de HEERE is tegen hen die kwaad doen:
Hij zal hun nagedachtenis van de aarde uitroeien. - En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.
- De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God.
- En zij zullen voor Mij, zegt de HEERE van de legermachten,
op de dag die Ik maken zal, een persoonlijk eigendom zijn.
Ik zal hen sparen,
zoals een man zijn zoon spaart
die hem dient. - En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal.
- En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee.
- En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen.
- En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
- Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen.
- Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
- Zij roepen en de HEERE hoort,
Hij redt hen uit al hun benauwdheden.
De HEERE is nabij de gebrokenen van hart,
Hij verlost de verbrijzelden van geest. - En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af.
- Maar Ik zeg tegen u die dit hoort: Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten. Zegen hen die u vervloeken, en bid voor hen die u belasteren.
- Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft.
- Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!
- En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb.
- En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.
- En Hij ging zitten, riep de twaalf en zei tegen hen: Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen zijn en een dienaar van allen.
- En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.
- Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen,
op hen die op Zijn goedertierenheid hopen. - En het gebeurde, omdat de vroedvrouwen God vreesden, dat Hij aan hen nakomelingen schonk.
- Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten.
- Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart.
Gerelateerde onderwerpen
Zegen
De HEERE zegene u...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Evangelisatie
Zo immers heeft de...
Wereld
Heb de wereld niet...
Bidden
Verblijd u altijd. Bid...
Genezing
En Jezus zei tegen...