- Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt,
op U blijf ik hopen, elke dag weer. - Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen,
wat kunnen mensen mij doen? - Ik haast mij, en aarzel niet
mij te houden aan uw geboden. - Schep, o God, een zuiver hart in mij,
vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. - Bevrijd mijn ziel, HEER,
van lippen die liegen,
van de tong die bedriegt. - Ik heb de betrouwbare weg gekozen,
met uw voorschriften voor ogen. - Met heel mijn hart heb ik U gezocht,
laat mij niet afdwalen van uw geboden. - Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat U redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. - Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen,
van Hem blijf ik alles verwachten. - U was het schild dat mij redde,
uw rechterhand ondersteunde mij,
uw woord maakte mij sterk,
U baande de weg voor mijn voeten,
ik wankelde niet. - Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord. - Bij u, HEER, schuil ik,
maak mij nooit te schande.
Bevrijd mij en doe mij recht. - Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg,
hield uw trouw mij staande, HEER. - Stuur mijn gangen zoals U hebt beloofd,
lever mij niet uit aan de macht van het kwaad. - De geboden die Hij voorschreef heb ik nageleefd,
de woorden die Hij sprak heb ik het meest van al gekoesterd. - Wees mij genadig, God, in uw trouw,
U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit,
was mij schoon van alle schuld,
reinig mij van mijn zonden. - God, de HEER, is mijn kracht,
Hij maakt mijn voeten snel als hinden,
Hij laat mij over toppen van bergen gaan. - Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte,
HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder,
God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen,
mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. - In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’
En de HEER antwoordde, Hij gaf mij ruimte. - U, HEER, bent een schild om mij heen,
U bent mijn eer, U houdt mij staande. - Omdat ik de arme redde die om hulp riep,
en de wees die in de steek gelaten was.
Ik werd gezegend door de stervende,
in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug. - Bij U schuil ik, U bent mijn schild,
in uw woord stel ik mijn hoop. - U bent het die mijn lamp doet schijnen,
U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis. - Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. - Mijn lot en mijn leven zijn in uw hand,
bevrijd mij van mijn vijanden en vervolgers.
