Bijbelteksten over 'Misschien'

«»

• Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren.
  Sefanja 2:3zoekenbeschermingnederigheid
• Want niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven – maar misschien heeft iemand nog de moed voor een goede te sterven – God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.
  Romeinen 5:7-8zondereddingoverlijden
• Al zou de vijgeboom niet bloeien,
  en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
  de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
  al zouden de akkers geen spijs opleveren,
  de schapen uit de kooi verdreven zijn
  en er geen runderen in de stallingen zijn,
  nochtans zal ik juichen in de Here,
  jubelen in de God van mijn heil.
  Habakuk 3:17-18vreugdereddingaanbidding
• Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.
  Matteüs 5:11zegenvervolgingkwaad
• Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de Here niet gesproken heeft? – als een profeet spreekt in de naam des Heren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de Here niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.
  Deuteronomium 18:21-22profetiewaarheidspreken
• Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de Here, uw God. Want genadig en barmhartig is Hij, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbende over het onheil.
  Joël 2:13hartgenadeliefde
• Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
  1 Korintiërs 7:2begeertehuwelijkrelaties
• Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.
  1 Korintiërs 9:27zelfbeheersingveroordelinglichaam
• Want een ogenblik duurt zijn toorn,
  een leven lang zijn welbehagen;
  des avonds vernacht het geween,
  tegen de morgen is er gejuich.
  Psalm 30:6liefdegeduldverdriet
• Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u uitstoten,
  en smaden en uw naam als slecht verwerpen ter wille van de Zoon des mensen.
  Lucas 6:22zegenvervolgingkwaad
• Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.
  Galaten 1:10gehoorzaamheidbeloningrelaties
• Ook ieder mens, aan wie God rijkdom en schatten geeft, en die Hij in staat stelt daarvan te eten en zijn deel te krijgen en zich bij zijn zwoegen te verheugen – dat is een gave Gods.
  Prediker 5:18geldvoedselwerken
• Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen.
  Romeinen 2:1rechtvaardigheidveroordelingnaaste
• Als vrijen en niet als mannen, die de vrijheid misbruiken tot dekmantel voor hun kwaadwilligheid, maar als dienaren Gods.
  1 Petrus 2:16levenvrijheidkwaad
• Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
  1 Korintiërs 7:5huwelijkduivelzelfbeheersing