DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Toch'

  • We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles.
  • Jezus zei tegen hem: "Geloof je pas nu je Mij hebt gezien? Wat is het heerlijk als mensen die Mij niet gezien hebben toch geloven!"
  • Heer, red ons alstublieft!
    Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat!
    Gezegend is de man die namens de Heer komt.
    In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn.
  • Als iemand per ongeluk iets doet wat Ik verboden heb, dan is hij toch schuldig.
  • Wie is die geweldige Koning toch?
    Het is de Aanvoerder van de hemelse legers.
    Hij is de machtige Koning.
  • Jezus zei tegen haar: "Ik heb je toch gezegd dat je, als je Mij gelooft, zal zien hoe goed en machtig God is?"
  • Wat is het toch heerlijk
    als mensen in vrede bij elkaar wonen.
  • De Heer zegt: "Ik ben gevonden door mensen die niet naar Mij vroegen. Ik zei aldoor 'Kijk, hier ben Ik, hier ben Ik!' tegen het volk dat Mij niet aanbad."
  • Als je een toren wil gaan bouwen, ga je toch eerst rustig uitrekenen wat het zal gaan kosten? Je moet toch weten of je het werk zal kunnen afmaken?
  • Maar zelfs als mensen jullie slecht behandelen omdat jullie doen wat God wil, dan zal dat toch heerlijk voor jullie zijn. Wees niet bang als de mensen jullie bedreigen. Laat je niet afschrikken.
  • Zelfs als er een heel leger op mij af komt,
    ben ik nog steeds niet bang.
    Al breekt de strijd tegen mij los,
    toch blijf ik vertrouwen.
  • Gebruik toch je gezonde verstand! Stop met ongehoorzaam te zijn aan God! Sommigen van jullie hebben er geen idee van wie God is. Jullie moesten je schamen!
  • Kom, laat Mij over jullie rechtspreken, zegt de Heer. Jullie daden zijn zo rood als bloed. Toch zullen ze zo wit worden als witte wol, als sneeuw.
  • Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen.
  • Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als mensen Hem daarom bidden?
  • Jullie hebben Hem nog nooit gezien. Toch houden jullie van Hem. Jullie geloven Hem en zijn heel erg blij dat jullie door Hem zijn gered. En gered worden is immers het doel van het geloof.
  • Wie kan weten wat er diep in de gedachten van een mens leeft? Dat kan toch alleen zijn eigen geest? Zo weet ook alleen Gods eigen Geest, wat er in God is.
  • Maar Hij heeft het zó gemaakt, dat alles op zijn tijd goed is. Ook heeft Hij de mensen een besef van de eeuwigheid gegeven. Maar toch kunnen ze niets begrijpen van wat God vanaf het begin tot aan het einde heeft gedaan.
  • Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren niets in voorraadkamers of schuren. God geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels?
  • En een mens is toch veel belangrijker dan een schaap? Daarom mag je op de heilige rustdag goed doen.
  • Maak je nergens zorgen over. Niet of je wel te eten zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleding?
  • Als iemand weet wat hij voor goeds zou moeten doen, maar het toch niet doet, is hij ongehoorzaam aan God.
  • Jullie mogen weeskinderen en weduwen niet slecht behandelen. Als jullie dat toch doen, dan zal Ik, de Heer, naar hen luisteren als zij Mij om hulp roepen. Ik zal woedend zijn en Ik zal ervoor zorgen dat jullie in de oorlog gedood worden. Dan worden júllie vrouwen weduwen en worden júllie kinderen weeskinderen.
  • Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels?
  • Maar Petrus zei: "Ananias, waarom heb je je door de duivel laten opstoken om tegen de Heilige Geest te liegen? Want je hebt een deel van het geld voor jezelf gehouden. Toen je het land nog niet had verkocht, was het toch van jou? En toen je het had verkocht, mocht je met het geld toch doen wat je wilde? Waarom doe je dan alsof dit al het geld is? Je hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God."
  • God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben?
  • Jullie weten toch dat twee mussen voor maar één muntje worden verkocht? Toch zal niet één mus doodgaan zonder dat jullie Vader het toestaat. Ook weet Hij zelfs precies hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Wees dus niet bang, want jullie zijn belangrijker dan een heleboel mussen bij elkaar.
  • Jezus is de steen die u, de bouwers, niet goed genoeg vond. Toch is hij de belangrijkste bouwsteen van het gebouw geworden.
  • Zelfs als de vijgenbomen niet zullen bloeien,
    en er geen één druif in de wijngaarden te vinden zal zijn,
    en we geen enkele olijf van de olijfbomen zullen kunnen oogsten,
    en er niets meer op de akkers zal groeien,
    en alle schapen uit de stallen zullen worden geroofd,
    en alle koeien verdwenen zullen zijn,
    zelfs dan zal ik tóch nog juichen over de Heer,
    blij jubelen over de God die voor mij zorgt.
  • Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren?"
  • Jesaja zegt: Maar de Heer zal op jullie wachten. Want Hij verlangt ernaar om goed voor jullie te zijn. Hij zal opstaan, medelijden met jullie hebben en jullie redden. Want de Heer is een rechtvaardig God. Het zal heerlijk voor de mensen zijn als ze op Hem vertrouwen.
  • Toch houdt de Heer elke dag van mij.
    Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste.
    Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt.
  • Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen!
  • U bent voor mij als een lamp, Heer,
    want U brengt licht in mijn duisternis.
  • Een mens wil graag hulpvaardig zijn.
    Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen,
    dan dingen beloven die je niet waar kan maken.
  • Of denken jullie dat Ik mijn Vader niet om hulp kan vragen? Dan zou Hij Mij onmiddellijk wel twaalf legers engelen sturen om Mij te helpen.
  • Als je God iets beloofd hebt, doe dan ook zo snel mogelijk wat je hebt beloofd. Want Hij houdt er niet van als mensen niet doen wat ze hebben gezegd. Want dan ben je een dwaas. Wat je beloofd hebt, moet je ook doen.
  • En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee.
  • Zou iemand zich zó ver van Mij kunnen verbergen dat Ik hem niet zou zien? zegt de Heer. Ik ben toch overal in de hemel en overal op de aarde? zegt de Heer.
  • Dit zegt de Heer:
    "Mijn volk, sta eens even stil op de weg die je gaat.
    Vraag eens naar de goede weg, de weg die je vroeger ging.
    Want als je die weg weer kiest, zal het weer goed met je gaan.
    Dan zul je weer vrede hebben.
    Maar jullie zeggen: 'Wij willen die weg niet.'"
  • Vergeet niet dat jullie de tempel van God zijn. In die tempel woont Gods Geest.
  • Maar Heer, U bent onze Vader. U heeft ons gemaakt zoals een pottenbakker iets maakt van de klei. Wij zijn de klei en U heeft ons met uw eigen handen gemaakt.
  • Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen 'ik' leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd.
  • We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters!
  • Maar om te voorkomen dat jullie verkeerde dingen gaan doen, is het toch beter om te trouwen. Iedere man moet zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
  • Denk toch aan wat U in uw liefde allemaal al heeft gedaan.
    U bent altijd vol liefde geweest.
    Denk daarom niet meer aan de dingen die ik verkeerd heb gedaan,
    aan de keren dat ik ongehoorzaam aan U was toen ik nog jong was.
    Want U houdt immers van mij, Heer.
  • Dan vraag ik mij af: "Hoe kan het
    dat U aan de mens denkt?
    Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt?"
  • Doe niet dezelfde dingen als jullie voorouders. Mijn profeten hadden hen gewaarschuwd: 'Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Stop met de slechte dingen die jullie doen.' Maar ze hebben niet willen luisteren. Ze trokken zich niets van Mij aan.
  • Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten
    dat de Heer goed is en mij zal redden?
  • Daarom betalen jullie ook belasting. De mensen die voor de overheid werken, zijn eigenlijk dienaren van God. Zij letten er aldoor op dat jullie je aan de wetten houden.