DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Toch'

  • Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten.
  • Och HEERE, breng toch heil;
    och HEERE, geef toch voorspoed.
    Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE!
    Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE.
  • Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.
  • Al belegerde mij een leger,
    mijn hart zou niet vrezen;
    al brak er een oorlog tegen mij uit,
    toch vertrouw ik hierop.
  • En wanneer een persoon zondigt en één van alle geboden van de HEERE overtreedt, wat niet gedaan mag worden, ook al wist hij het niet, dan is hij toch schuldig en moet hij zijn ongerechtigheid dragen.
  • Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE
    zou zien in het land van de levenden,
    ik was vergaan.
  • Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.
  • Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen,
    Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten.
    Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep
    heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.
  • Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd.
  • Zo zegt de HEERE:
    Ga staan op de wegen, en zie,
    vraag naar de aloude paden,
    waar toch de goede weg is, en bewandel die.
    Dan zult u rust vinden voor uw ziel.
    Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet.
  • Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen.
  • Toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem.
  • Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE.
  • Breng al de tienden naar het voorraadhuis,
    zodat er voedsel in Mijn huis is.
    Beproef Mij toch hierin,
    zegt de HEERE van de legermachten,
    of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen,
    en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn.
  • Al zal de vijgenboom niet in bloei staan
    en er geen vrucht aan de wijnstok zijn,
    al zal de opbrengst van de olijfboom tegenvallen
    en zullen de velden geen voedsel voortbrengen,
    al zal het kleinvee uit de kooi verdwenen zijn
    en er geen rund in de stallen over zijn –
    ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen,
    mij verheugen in de God van mijn heil.
  • Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen.
  • Wie is Hij, deze Koning der ere?
    De HEERE van de legermachten,
    Hij is de Koning der ere. Sela
  • Jezus zei tegen haar: Heb Ik u niet gezegd dat u, als u gelooft, de heerlijkheid van God zult zien?
  • Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot beschaming zeg ik u dit.
  • En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
  • En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn;
    en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen.
    Voorzeker, de HEERE is een God van recht.
    Welzalig zijn allen die Hem verwachten.
  • Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren,
    zegt de HEERE.
    Al waren uw zonden als scharlaken,
    ze zullen wit worden als sneeuw;
    al waren ze rood als karmozijn,
    ze zullen worden als witte wol.
  • Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE;
    mijn God doet mijn duisternis opklaren.
  • Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen?
  • U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken. Als u hen maar enigszins onderdrukt en zij maar enigszins tot Mij om hulp roepen, zal Ik hun roep zeker verhoren. Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden en uw vrouwen zullen weduwen en uw kinderen wezen worden.
  • Wanneer u aan God een gelofte doet,
    stel dan niet uit die na te komen,
    want Hij heeft geen welgevallen aan dwazen.
    Kom na wat u belooft.
  • Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.
  • Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden.
  • Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?
  • Maar nu, HEERE, U bent onze Vader!
    Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker:
    wij zijn allen het werk van Uw handen.
  • Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
  • Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God.
  • Let op de raven: zij zaaien niet en maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer en geen schuur, en God voedt hen. Hoever gaat u de vogels te boven?
  • Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?
  • Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
    en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
  • Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn.
  • Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten. Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven.
  • Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u niet van uzelf dat Jezus Christus in u is? Of het moet zijn dat u op enigerlei wijze verwerpelijk bent.
  • Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het
    dat broeders ook eensgezind samenwonen.
  • Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?
  • Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven.
  • Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.
  • Kan een vrouw haar zuigeling vergeten,
    zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?
    Zelfs al zouden die het vergeten,
    Ík zal u niet vergeten.
    Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd,
    uw muren zijn steeds vóór Mij.
  • Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven.
  • Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.
  • Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden.
  • Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?
  • Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
  • Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.
  • En alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen,
    in de wetenschap dat u van de Heere als vergelding de erfenis zult ontvangen, want u dient de Heere Christus.