Bijbelteksten over 'Verdient'

Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat… Filippenzen 4:8

Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. Filippenzen 4:8	Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat. waarheid rechtvaardigheid denken
Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. Romeinen 13:7	Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. eerlijkheid geld ontzag
Ook de goedertierenheid is van U, Heere, want U zult eenieder vergelden naar zijn werk. Psalm 62:13	Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe, want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk. liefde beloning
Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. Galaten 6:7	Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. God rechtvaardigheid oogst
En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. Openbaring 22:12	Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is. wederkomst eindtijd Jezus
De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. Psalm 145:3	De Here is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk. aanbidding begrijpen almachtig
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. Jeremia 17:9-10	Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden. beloning leven hart
Wie het geld liefheeft, wordt van geld nooit verzadigd, en wie de overvloed liefheeft, niet van inkomsten. Ook dat is vluchtig. Prediker 5:9	Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid. geld hebzucht materialisme
De goddeloze doet een bedrieglijk werk, maar wie gerechtigheid zaait, oogst betrouwbaar loon. Spreuken 11:18	De goddeloze maakt winst die niet gedijt, maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. zonde rechtvaardigheid beloning
Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Romeinen 12:19	Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. boosheid straf veroordeling
Wie echter zijn wil niet gekend heeft en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden. En van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel teruggevraagd worden en van hem aan wie men veel toevertrouwd heeft, zal men des te meer eisen. Lucas 12:48	Wie echter die wil niet heeft gekend en dingen heeft gedaan, die slagen verdienen, zal er weinige ontvangen. Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd. rechtvaardigheid gehoorzaamheid straf
U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen. Galaten 5:4	Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. rechtvaardigheid genade wet
Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. Romeinen 2:1	Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. rechtvaardigheid veroordeling naaste