Bijbelteksten over 'Vreze'
- Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN –
is rijkdom, eer en leven. - De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid,
en nederigheid gaat vooraf aan eer. - Beter is weinig met de vreze des HEEREN,
dan een grote schat met verwarring erbij. - De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis,
dwazen verachten wijsheid en vermaning. - Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN
en de kennis van de heiligen is inzicht. - Wie wanhopig is, mag van zijn vriend goedertierenheid verwachten;
of hij zou de vreze van de Almachtige verlaten. - De vreze des HEEREN is het kwade te haten;
hoogmoed, trots en de verkeerde weg
en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. - De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid,
allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht;
Zijn lof houdt voor eeuwig stand. - De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe.
- God zegent ons
en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. - Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God.
- Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen,
op hen die op Zijn goedertierenheid hopen. - Leer mij, HEERE, Uw weg,
ik zal in Uw waarheid wandelen,
maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen. - Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. - En neem de geboden van de HEERE, uw God, in acht door in Zijn wegen te gaan en door Hem te vrezen.
- Al belegerde mij een leger,
mijn hart zou niet vrezen;
al brak er een oorlog tegen mij uit,
toch vertrouw ik hierop. - Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?
- De HEERE is mijn licht en mijn heil,
voor wie zou ik vrezen?
De HEERE is mijn levenskracht,
voor wie zou ik angst hebben? - Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij. - Hoe groot is Uw goed,
dat U weggelegd hebt voor wie U vrezen,
dat U bereid hebt voor wie tot U de toevlucht nemen
ten aanschouwen van de mensenkinderen. - Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan!
- Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden.
- En de HEERE gebood ons al deze verordeningen te houden, om de HEERE, onze God, te vrezen, ons ten goede, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals het op deze dag is.
- Maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag.
- Maar de goedertierenheid van de HEERE
is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen.
Zijn gerechtigheid is voor de kinderen van hun kinderen,
voor wie Zijn verbond in acht nemen
en aan Zijn bevelen denken om ze te doen. - Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede?
Gerelateerde onderwerpen
Ontzag
De vreze des HEEREN...
Angst
Wees niet bevreesd, want...
Wet
Deze woorden, die ik...
Wijsheid
De HEERE geeft immers...
Zegen
De HEERE zegene u...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...