Bijbelteksten over 'Zuiver'

«»

• Gods weg is volmaakt;
  des Heren woord is zuiver.
  Hij is een schild voor allen
  die bij Hem schuilen.
  Psalm 18:31volmaaktheidWoord van Godbescherming
• Gods weg is volmaakt;
  des Heren woord is zuiver.
  Hij is een schild voor allen
  die bij Hem schuilen.
  2 Samuel 22:31volmaaktheidWoord van Godbescherming
• Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?
  Als hij dat houdt naar uw woord.
  Psalm 119:9heiligheidWoord van Godtoerusting
• Schep mij een rein hart, o God,
  en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest.
  Psalm 51:12reinigingGeesthart
• Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt.
  Jakobus 4:8zondereinigingrechtvaardigheid
• Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen;
  het hart der goddelozen is weinig waard.
  Spreuken 10:20waardevolrechtvaardigheidspreken
• De bevelen des Heren zijn waarachtig,
  zij verheugen het hart;
  het gebod des Heren is louter,
  het verlicht de ogen.
  Psalm 19:9wetvreugdehart
• Zalig de reinen van hart,
  want zij zullen God zien.
  Matteüs 5:8eerlijkheidzegenhart
• Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
  Jakobus 3:17eerlijkheidvredewijsheid
• Want Hij weet, hoe mijn wandel is;
  toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn.
  Mijn voet bleef vast in zijn spoor,
  ik hield zijn weg zonder af te buigen.
  Job 23:10-11volmaaktheidrechtvaardigheid
• Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart.
  2 Timoteüs 2:22begeerteverleidingkwaad
• Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
  Filippenzen 4:8waarheidrechtvaardigheiddenken
• Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.
  1 Petrus 3:21dopenreddingreiniging
• Want Gij hebt ons getoetst, o God,
  ons gelouterd, gelijk men zilver loutert.
  Psalm 66:10verleidinglijdenreiniging
• Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.
  Hebreeën 12:14heiligheidvredeleven
• Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende.
  Filippenzen 2:14-16aheiligheidWoord van Godleven
• Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen.
  Hebreeën 13:4huwelijkbegeerteveroordeling
• De Rots, wiens werk volkomen is,
  omdat al zijn wegen recht zijn;
  een God van trouw, zonder onrecht,
  rechtvaardig en waarachtig is Hij.
  Deuteronomium 32:4heiligheidrechtvaardigheidbetrouwbaarheid
• Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.
  Jakobus 1:27zondevolmaaktheidweduwen
• Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.
  Daniël 12:10reinigingzondebegrijpen
• Die Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken.
  Titus 2:14offerreiniginggoedheid
• Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is.
  1 Johannes 3:2-3reinigingfamiliehemel