Bijbelteksten over 'Vooral'

«»

• Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten.
  Galaten 6:10vriendelijkheidnaastegoedheid
• Maar vooral, mijn broeders, zweert niet, noch bij de hemel, noch bij de aarde, noch welke andere eed ook. Laat ja bij u ja zijn en neen neen, opdat gij niet onder het oordeel valt.
  Jakobus 5:12eerlijkheidwaarheidspreken
• Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is.
  1 Korintiërs 10:24egoismeliefdenaaste
• Behoed uw hart boven al wat te bewaren is,
  want daaruit zijn de oorsprongen des levens.
  Spreuken 4:23levenhartbescherming
• En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid.
  Kolossenzen 3:14liefdegemeenschapvolmaaktheid
• Het einde aller dingen is nabijgekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden.
  1 Petrus 4:7wederkomstrustbidden
• Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
  2 Petrus 3:8Godwederkomstgeduld
• Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige.
  1 Timoteüs 5:8familierelatieskinderen
• Wees niet afgunstig op een man van geweld
  en verkies geen enkele van zijn wegen,
  want de Here verafschuwt de verkeerde,
  maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om.
  Spreuken 3:31-32vertrouwenrechtvaardigheidplanning
• Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn.
  Jakobus 1:19sprekenluisterenboosheid