Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn. | Wherefore, my beloved brethren, let every man be swift to hear, slow to speak, slow to wrath. |
Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. | But he said, Yea rather, blessed are they that hear the word of God, and keep it. |
Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet. | Call unto me, and I will answer thee, and show thee great and mighty things, which thou knowest not. |
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. | But be ye doers of the word, and not hearers only, deceiving your own selves. |
En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. | And this is the confidence that we have in him, that, if we ask any thing according to his will, he heareth us. |
Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen. | Then shall ye call upon me, and ye shall go and pray unto me, and I will hearken unto you. |
Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. | I love the Lord, because he hath heard my voice and my supplications. Because he hath inclined his ear unto me, therefore will I call upon him as long as I live. |
Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. | He that handleth a matter wisely shall find good: and whoso trusteth in the Lord, happy is he. |
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. | Therefore whosoever heareth these sayings of mine, and doeth them, I will liken him unto a wise man, which built his house upon a rock. |
Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn. | Those things, which ye have both learned, and received, and heard, and seen in me, do: and the God of peace shall be with you. |
En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden. | And if we know that he hear us, whatsoever we ask, we know that we have the petitions that we desired of him. |
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. | Behold, I stand at the door, and knock: if any man hear my voice, and open the door, I will come in to him, and will sup with him, and he with me. |
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. | So then faith cometh by hearing, and hearing by the word of God. |
Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan, tot mijn God riep ik om hulp. Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis, mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren. | In my distress I called upon the Lord, and cried unto my God: he heard my voice out of his temple, and my cry came before him, even into his ears. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. | My son, attend to my words; incline thine ear unto my sayings. Let them not depart from thine eyes; keep them in the midst of thine heart. |
Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. | He is in the way of life that keepeth instruction: but he that refuseth reproof erreth. |
Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit. | My voice shalt thou hear in the morning, O Lord; in the morning will I direct my prayer unto thee, and will look up. |
De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep. | The eyes of the Lord are upon the righteous, and his ears are open unto their cry. |
Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt. | If ye will not hear, and if ye will not lay it to heart, to give glory unto my name, saith the Lord of hosts, I will even send a curse upon you, and I will curse your blessings: yea, I have cursed them already, because ye do not lay it to heart. |
De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen. | Ye shall walk after the Lord your God, and fear him, and keep his commandments, and obey his voice, and ye shall serve him, and cleave unto him. |
Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen. | And at midnight Paul and Silas prayed, and sang praises unto God: and the prisoners heard them. |
Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? | He therefore that ministereth to you the Spirit, and worketh miracles among you, doeth he it by the works of the law, or by the hearing of faith? |
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. | But he answered and said, It is written, Man shall not live by bread alone, but by every word that proceedeth out of the mouth of God. |
Daarom, al wat gij in het donker gesproken hebt, zal in het licht gehoord worden en wat gij aan het oor gezegd hebt, in de binnenkamer, zal van de daken gepredikt worden. | Therefore whatsoever ye have spoken in darkness shall be heard in the light; and that which ye have spoken in the ear in closets shall be proclaimed upon the housetops. |
Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. | My son, keep thy father's commandment, and forsake not the law of thy mother. |