Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. | Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. |
De Here is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? | De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? |
Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen. | Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. |
Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. | Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn. |
Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. | Och HEERE, breng toch heil; och HEERE, geef toch voorspoed. Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. |